Er zijn van die momenten die je niet meer vergeet. De brief ontvangen dat je scheiding definitief is, is er zo eentje.
Op dat moment brak mijn ‘ze leefden nog lang en gelukkig’-gevoel. De droom van samen oud worden was kapot. Zou nooit meer heel worden. Ik voelde heel goed dat ik nooit meer zou voelen dat iets voor altijd zou zijn. Dát was kapot.
Vandaag werd ik me door een bericht op Twitter hiervan terug bewust gemaakt. De vraag rijst bij me of er destijds wel iets is stuk gegaan. Is ‘voor altijd samen’ nog wel de norm in onze cultuur? Het aantal echtscheidingen liegt er niet om. Die norm lijkt achterhaald.
Ik ben van mening dat het relaties deugd zou doen, als het niet meer ‘voor altijd’ moet zijn. Als het een einde zou mogen hebben. Niet dat het einde dan moet, maar het mag, het zou een optie zijn. Namelijk als iets afgelopen mag zijn, wordt het bij elkaar zijn een keuze. Elke dag opnieuw. De vanzelfsprekendheid die lijkt te kleven aan ‘voor altijd’ vervalt en maakt plaats voor koesterende dankbaarheid.
Extra bijkomstigheid is dat we af kunnen van dat gevoel van falen als het einde komt. Dát zou fijn zijn. We falen immers helemaal niet als we kiezen voor geluk.
Tot slot ervoer ik dat wanneer een relatie mag eindigen, het beëindigen van die relatie ook zachter wordt. In liefde elkaar loslaten, met een goed gevoel over wat was en met respect voor elkaars toekomst, het wordt er makkelijker van.
Nu ik jaren later terugkijk op het kapotgaan van mijn ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ kan ik oprecht zeggen dat het niet kapot is. Het viel op de grond en ja dat deed pijn, maar het is niet stuk. Het bleek te beschikken over enorme veerkracht. Ik kan je verzekeren, ik leef, hopelijk nog lang en zeker gelukkig.