Stiefouders kunnen veel te bieden hebben, maar hoe ‘ouderen’ zij samen met de biologische ouders. Wat brengt dat mee voor de kinderen?
In Standaard-Magazine van 9 maart 2019 prijkt een degelijk artikel met de sprekende titel ‘Kinderen met een busje vol ouders’; meer dan het lezen waard.
Hierna enkel pittige uittreksels met verbazingwekkende cijfers van de hand van Inge Pasteels, hogeschool PXL.
“Eén op de tien kinderen van gescheiden ouders heeft tien à vijftien jaar later een tweede relatiebreuk meegemaakt. Nog eens vijf jaar later heeft één op de vier minstens één stiefouder zien komen of één of beide ouders met een derde, vierde, vijfde… partner gekend”, stelt Pasteels.
“Vroeger reden ouders rond met een busje vol kinderen, vandaag rijden kinderen rond met een busje vol ouders ten gevolge van scheidingen en herpartnering. Na een tweede relatiebreuk is de vraag dan of die bijkomende ouders al dan niet in beeld moeten blijven”, zegt sociologe Inge Pasteels, gespecialiseerd in hoogconflictueuze scheidingen en familietransities.
Organisatie van ouderschap en stiefouderschap nà de scheiding
“Die bijkomende ouderfiguren kunnen veel te bieden hebben, maar als ze allemaal tegelijk een ouderrol of een variant ervan willen vervullen, wordt het wel heel moeilijk voor een kind. De vraag is dan: wie houdt het stuur van het busje nog vast?”
Of en hoe vaak er contact blijft tussen stiefouders en hun pluskinderen na een breuk is niet bekend, daarvoor worden stiefrelaties te weinig in officiële cijfers opgenomen.
Pasteels: “Als er een goede band is tussen beiden, kan het waardevol zijn om het contact te behouden als alle partijen, inclusief het kind, dat wensen.”
Maar makkelijk is het niet. “We weten uit onderzoek dat ouders niet zelden moeite hebben om hun ouderschap na een scheiding te reorganiseren. Wat dan met een reorganisatie van stiefouderschap na scheiding? Zelfs voor een scheiding gaat het al gepaard met heel wat uitdagingen.”
Kinderen: flexibel en dubbeldynamisch
Pasteels noemt kinderen naast flexibel ook ‘dubbeldynamisch’: ze lopen mee op het relatiepad van hun ouders en maken via hen deel uit van wisselende gezinssamenstellingen.
“De impact van herpartneren en eventueel daaropvolgende relatiebreuken op kinderen is verschillend aan moeders- en vaderskant”, zegt Pasteels.
Zo blijkt uit haar onderzoek dat het risico op eenzaamheid bij kinderen stijgt, als stiefmoeders komen en gaan omdat hun vader meerdere relaties na elkaar heeft.
“Een stiefmoeder kan een belangrijke rol spelen in het leven van een kind en de relatiebreuk kan daardoor een nieuwe verlieservaring zijn van iemand aan wie ze emotioneel gehecht zijn”, zegt Pasteels.
“Anderzijds kunnen ze zich eenzamer voelen omdat hun vader minder betrokken is bij de opvoeding door de opeenvolging van relaties.”
Stiefouder neemt beter geen vervangende maar wel een aanvullende rol op
Aan moederskant speelt een ander fenomeen: daar kan een kind net eenzamer worden als de nieuwe partner komt inwonen.
“Vermoedelijk omdat de moeder haar aandacht meer gaat verdelen.”
De impact van een nieuwe partner in het gezin hangt uiteraard ook af van de veerkracht van het kind en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie.
“Vergeet niet dat stiefkinderen al ouders hébben, zegt Pasteels. “Als stiefouder neem je beter geen vervangende maar een aanvullende rol op. Je kan er zelf voor kiezen een stuk van de zorg op te nemen en aangeven daarvoor graag erkenning te krijgen van alle betrokkenen. De grenzen van die invulling afbakenen, is veel zinvoller dan juridische erkenning te bepleiten.”
Gans het artikel kan worden gelezen via deze link
Stiefcoach Cindy Capelleman
Cindy van NEO Bemiddeling, is benevens erkend bemiddelaar ook gecertifieerd stiefcoach. Zij begeleidt biologische en plusouders in nieuw samengestelde gezinnen.