De 20 verzoeken van kinderen aan hun (echt)gescheiden ouders opgesteld door Dr. Karin Jäckel.
Opgedragen aan Dieter Mark – Alle rechten worden aan de auteur voorbehouden
Als een gezin uit elkaar breekt, reageren de kinderen meestal met een treurig zwijgen. Daarom heb ik de belangrijkste punten opgeschreven, die de kinderen in deze moeilijke situatie aan hun ouders graag willen overbrengen. (Zie daarvoor ook: Karin Jäckel, Mein Kind gehört auch zu mir; Handbuch für Väter nach der Trennung, 1999 ff.)
1. Vergeet het nooit dat ik het kind ben van jullie beiden.
Ik heb nu weliswaar één ouderdeel bij wie ik in hoofdzaak woon en die de meeste tijd voor mij zorgt. Maar ik heb mijn ander ouderdeel evenzeer nodig.
2. Vraag mij niet wie van jullie beiden ik het liefste zie.
Ik hou van jullie beiden evenveel. Maak de andere dus niet slecht voor mij. Want dat doet me pijn.
3. Help mij met mijn andere ouder bij wie ik niet voortdurend ben, contact te onderhouden.
Kies voor mij zijn telefoonnummer of schrijf voor mij zijn adres op een briefomslag. Help mij voor Kerstmis of voor zijn verjaardag een mooi cadeau voor de andere in elkaar te knutselen of te kopen. Maak van de foto’s van mij ook altijd een afdruk voor de andere.
4. Praat met elkaar als volwassen mensen.
Maar praat. En gebruik mij niet als boodschapper tussen jullie – zeker niet voor boodschappen die de andere treurig of woedend maken.
5. Wees niet treurig als ik naar de andere ga.
Hij of zij van wie ik wegga hoeft ook niet te denken, dat ik het de volgende dagen slecht zal hebben. Liefst van al zou ik toch altijd bij jullie beiden zijn. Maar ik kan mijzelf niet in stukken snijden – alleen maar omdat jullie ons gezin uit elkaar gerukt hebben.
6. Maak nooit plannen in de tijd, die mij toebehoort bij de andere ouder.
Een deel van mijn tijd behoort mijn moeder en mij toe en een deel mijn vader en mij. Houd je consequent daaraan.
7. Wees niet ontgoocheld of boos wanneer ik bij de andere ben en ik niets van me laat horen.
Ik heb nu twee huizen. Die moet ik goed uit elkaar houden – anders ken ik in mijn leven helemaal de weg niet meer.
8. Geef me niet voor de huisdeur als een pakje aan de andere af.
Vraag de andere een ogenblikje binnen te komen en praat erover hoe jullie mijn moeilijk leven eenvoudiger kunnen maken. Wanneer ik afgehaald of gebracht wordt, zijn er korte ogenblikken waarin ik jullie beiden heb. Verstoor dat niet doordat jullie elkaar ergeren of ruzie maken.
DEZE TEKST IS GEEN EIGENDOM VAN MIES MAGAZINE. BRON: DR. KARIN JÄCKEL