Voor de laatste keer sta ik alleen in het huis dat nog niet zo lang geleden van ons samen was. Ik kom voor de laatste spullen, de keuken.
Ik voel me een vreemde op een vertrouwde plek waar we ontelbare koppen koffie dronken, sigaretten rookten, gesprekken voerden, huilden, lachten, dingen deden. Waar ik ooit net op eigen benen, voor het eerst echte grote mensen maaltijden poogde te koken, die voornamelijk bestonden uit gebakken eieren en pitabroodjes gesmolten kaas. Hij was er gek op. Net als op mij en ik op hem.
Ik vouw snel een doos in elkaar, hurk voor een keukenkastje. Bord voor jou, bord voor mij. Mok voor jou, mok voor mij. Theedoeken gekregen van mijn moeder dus van mij, ach, jij ook de helft. Het boeit me zo ontzettend niet die spullen, maar het moet verdeeld en liefst snel, al was het om er vanaf te zijn en ik niemand wil tegenkomen. Onhandig doe ik de spullen in de al even onhandige doos die ik niet goed heb gevouwen.
Dan gaat er een deur open, voetstappen. Onmiskenbaar de klikklakkende kordate stappen van mijn schoonmoeder. Hakken maatje 36 van de vrouw die me met open armen op had genomen in de familie en me zag veranderen van een verlegen verliefde puber van 14 aan de hand van haar zoon tot de jonge vrouw en moeder van haar eerste kleinkind. De jonge vrouw die nu de keuken van haar zoon leeghaalde. Doorpakken nu, niet opkijken naar haar betraande gezicht, mijn tranen wegslikken en eerlijk antwoord geven als ze met gebroken stem vraagt of ik het echt zeker weet. Ja, ik weet het zeker. Net zo zeker als ik weet dat ik nu wil verdwijnen omdat ik dit niet kan. Niet deze confrontatie, niet haar verdriet. Leeg en laf voel ik me als ik na een ongemakkelijke korte knuffel verdwijn als een dief in de nacht, de halflege wankele doos onder mijn arm.
Onderweg overtuig ik mezelf dat wij weten hoe het zit, dat alles is gezegd en dat het goed is zo. Binnengekomen op de plek waar mijn nieuwe leven begint zonder hem, kwak ik jankend de paar onsamenhangende keukenspullen uit de doos en bedenk dat ik er met de beste wil van de wereld nog geen gebakken ei of pitabroodje gesmolten kaas mee zou kunnen maken. Het is voorbij.