Wat ik leerde tijdens de vakantie
‘Kom op jongens, nu is het echt tijd om te gaan slapen. Papa brengt je broertje naar bed, ik gooi jullie er even in. Leg die Donald Duck maar even aan de kant, die is er morgen ook nog wel.’
De ex is met de kinderen op vakantie en we hebben besloten dat ik een paar dagen langs kom. Dan kunnen we in alle rust praten en is het voor de kinderen een fijne ervaring om twee ouders om zich heen te hebben en niet steeds eentje te hoeven missen. Doordat we aan birdnesting doen zien ze ons allebei met regelmaat en ook eten we nog wel eens samen, dus helemaal vreemd is het niet voor ze. En toch.. toch klinkt er een luide snik als ik mijn twee oudsten in bed stop in dat vreemde vakantiehuisje.
Deze vakantie is helemaal verpest
‘Mama, ik vind je stom. Je hebt deze vakantie helemaal verpest.’ Snikt m’n zesjarige vol woede en nog meer verdriet.
Mijn hart breekt, was dit dan toch het domste wat we hadden kunnen doen? Wat ging er mis, dit had gezellig moeten zijn, maar de kinderen lijken vreselijk in de war. Ik vraag hem waarom, maar hij kan het niet goed onder woorden brengen. ‘Moet papa je anders even verder in bed stoppen?’ ‘Ja, mama.’ Dus ik geef hem een dikke knuffel, sta op en zeg dat het wel weer goed komt. Terwijl hij uitsnikt bij zijn vader loop ik even naar buiten om wat frisse lucht te krijgen.
Andere ouder, andere regels
Ik begrijp het wel, ik doe de dingen anders dan hun vader. Hij heeft andere regels dan ik en zij zijn er aan gewend dat als papa er is, zijn regels gelden en als ik er ben mijn regels en manier van doen. Hoe verwarrend moet het dan opeens zijn als de andere ouder op bezoek komt en opeens de regels gaat overnemen? Ik stuurde ze naar bed, niet hun vader. En deze lieve zoon heeft veel duidelijkheid en structuur nodig. Dit klopt totaal niet volgens hem.
Voor mij is het niet meer dan logisch, ik ben het nog niet helemaal ontwend om het samen te doen, dat was nog maar een jaar geleden. Maar wat voor mij ‘nog maar’ een jaar geleden is, is voor een kleuter ‘een heel lang jaar’ geleden. Er is zoveel gebeurd in zijn leven, dat hij zich nog maar amper kan herinneren hoe het was om twee ouders om zich heen te hebben.
Op bezoek
Ik begrijp ook dat ik niet degene ben die ‘in control’ is tijdens dit weekendje weg. De kinderen zijn bij hun vader, ik ben slechts op bezoek. Dat idee doet pijn. Ik ben geen onderdeel van het gezinsleven nu, ik sta ernaast. Ik ben een toeschouwer en mag meedoen met de gratie van de anderen. De gebrokenheid van het gezin staat me opeens weer heel duidelijk voor ogen.
Iets wat vroeger niet zo was, toen waren we samen een geheel, er was geen ik en zij, het was wij. En omdat ik op bezoek ben, mag ik niet mijn opvoedregels die afwijken gebruiken.
De volgende morgen kruipt hij naast me op de bank. ‘Mam, wil je samen met mij de rebus oplossen?’ Ik geef ‘m een kus op z’n blonde haar en weet dat alles weer goed is. De rest van het weekend ben ik een moeder zonder regels. Zo laat ik mijn kinderen zien dat, ook al is ‘wij’ weg, eenheid in de familie belangrijker is dan mijn ego.