Drie jaar geleden gingen we uit elkaar. Die eerste zomervakantie was voor mij een hel.
Drie volle weken waren onze kinderen bij me: GENIETEN. 3 volle weken erna waren ze niet bij me: HEL. Die drie weken stortte ik me op werk, werk werk en nog eens werk. Als ik al thuis was: opruimen, beddengoed verschonen. Geen stofje mocht er liggen als ze thuis kwamen. Kamers opnieuw geschilderd en behangen – alsof dat nodig is ieder jaar – kleerkasten uitgesopt. Met het soppen verdween ook hun geur, hun levendigheid uit het huis en werd het bijna klinisch. Zo dacht ik komaf te maken met alles en ook mijn hoofd op te ruimen. Ik dacht er niet aan iets voor mezelf te doen. Genieten mocht niet, want dan deed ik de kinderen tekort.
Drie jaar geleden was dat. Vrienden verklaarden me voor gek, zagen me ook wel wat achteruit gaan. Ze pushten duwden trokken om in die weken dat ik alleen was eens wat voor mezelf te doen.
Ik verklaarde hen gek. Ik ga toch niet genieten zonder de kinderen. Hoe halen ze het in hun hoofd?
Dit jaar, voor het eerst. Een weekje ingepland op de Veluwe. Klein huisje gehuurd. Echt klein hoor, geen luxe. Alleen, me, myself and I. Plan was wandelen, boeken lezen, eten. Ik durfde het niemand te vertellen. De kinderen al zeker niet. Wat zouden ze niet van me denken?
Maar hoe verdwijn ik een week van de aardbol? De kinderen zullen het zien als ze facetimen. Ja ik kan wel buiten lopen, zien ze het niet. Op school vertel ik het al zeker niet. Je ziet die blikken al. Echt een slechte ouder.
Stiekem zou en moest het gebeuren. De eerste dag was wennen. Altijd bij een nieuwe plek, alles nieuw en voor het eerst alleen. Toen ik na een grote wandeling op een terras ging zitten en een wijntje bestelde, sloeg de paniek toe. Wat als iemand me hier ziet zitten? Ik genoot, maar met een bonzend hart. Wat als, hoe durf ik het??? Het bonzend hart klopte steeds rustiger die week. Waar ik in het begin van de week iets moest doen, zat ik de laatste twee dagen gewoon op een stoel in de tuin. Boek lezen, thee erbij, later op de dag wijntje erbij.
Ik voelde die onrust verdwijnen, ook mijn boosheid van het “niet hebben van de kinderen”. Ik werd als het ware milder. Milder, vooral naar mezelf.
Toen ik na een week in de spiegel keek, merkte ik het aan die lijnen in mijn gezicht. Voor het eerst in 3 jaar was er een tikkeltje rust te bekennen.
Thuis aangekomen kreeg ik die opmerking ook: wat heb jij gedaan?
En dan de kinderen die thuiskomen: ze herkenden me “bijna” niet. Ik straalde het niet alleen uit die rust, ik ontving hun en mijn ex rustig. Die altijd aanwezige spanning was toch stukken minder.
Nu vasthouden, of durven te genieten als de kinderen niet bij me zijn. Geen schuldgevoel meer, maar een genot. En dat genot is er niet alleen voor mij!
Geen schuld meer maar een gungevoel! Voor mezelf en alle anderen.