Vanuit Jeugdbescherming zijn inmiddels diverse keren zaken aan mij en collega Kindbehartigers toegewezen.
Veelal zaken waar een OTS (ondertoezichtstelling) is uitgesproken of dreigt te worden uitgesproken en er gekeken wordt welke hulp nog passend kan zijn. De focus heeft binnen de voorgaande periode van hulpverlening vooral gelegen op de ouders. Daarom wordt een specifieke hulpvraag neergelegd waarbij de belangen van de kinderen centraal dienen te staan. Of een wachttijd overbrugd moet worden waarbij wij als Kindbehartigers kunnen inspringen.
Onze taak als Kindbehartiger is om allereerst te bekijken of we onze rol kunnen vervullen binnen de gestelde hulpvraag. Of de ruimte er is om als vertrouwenspersoon van de kinderen op te kunnen treden en te kunnen adviseren wat in het concrete geval het belang van de kinderen behelst alsmede wat er voor de toekomst nodig is. Of onze expertise toereikend genoeg is. Indien onze rol passend is, worden doelen opgesteld en gaan we aan de slag met de toestemming van gezaghebbende ouders en/of de kinderen. Financiering wordt verzorgd door de Gemeente waarna een traject van tenminste drie maanden wordt opgestart met een periode van verlenging indien nodig.
Het kunnen intense zaken zijn. Zaken waar al veel hulp is geweest. Waar het vertrouwen in de hulpverlening naar de achtergrond lijkt te zijn verdwenen en we als Kindbehartigers soms met een 10-0 achterstand beginnen.
Hierbij kijkend naar hoe het is gelopen binnen mijn eigen zaken, die ik samen met collega Kindbehartigers heb opgepakt, begon het steeds met actief luisteren naar het verhaal van alle betrokkenen. Vanuit onze nieuwsgierigheid over wat er bij een ieder leeft, zijn gedurende de eerste weken de puzzelstukjes bij elkaar gekomen en zijn patronen inzichtelijk gemaakt.
Onze grondhouding is essentieel. Ouders voelen zich in dit soort situaties veelal afhankelijk van de hulpverlening en de noodzaak is er dat er iets wordt opengebroken. Veel ouders en ook de kinderen zijn de hoop hierin verloren. Om kunnen gaan met weerstand en boosheid hoort er dus bij. Ik heb daarin het nodige voor mijn kiezen gehad, samen met mijn collega’s. Het heeft ons eigenlijk alleen maar gesterkt om aandacht te blijven besteden aan onze eigen houding, rustig en respectvol te blijven opereren alsmede te weten dat er achter weerstand en boosheid altijd een behoefte, en helaas soms ook een slinkse zet, schuilgaat.
Beeld jezelf voor nu even in dat je als ouder al drie jaar het gevoel hebt niet gehoord te worden. Dat je vecht om inzichtelijk te maken wat er speelt. Dat er wordt gezegd dat er een taak voor beide ouders ligt om te gaan communiceren. Dat je met kwaad spreken jezelf alleen maar meer in een verkeerd daglicht lijkt te zetten. Dat boosheid tonen je lijkt neer te zetten als weigerachtige of niet meewerkende ouder. Maar als je niets doet, is het ook niet goed.
Ik heb het voorbij zien komen. Ik schrijf in dit voorbeeld vanuit wat een vader heeft meegemaakt. Ik zie ook moeders die dit meemaken. De casus is dus bedoeld als voorbeeld en niet om moeders of vaders tekort te doen.
Een vader probeert al jaren aan te tonen dat er iets speelt in zijn situatie met moeder. Beiden hebben hun eigen geschiedenis.
Er is aangifte gedaan vanwege seksueel misbruik tegen vader. Vader is bestempeld als iemand die niet echt van de kinderen zou houden. Ze bang zou maken.
Vader heeft een periode tijdelijk afstand genomen van de kinderen, omdat hij er niet meer tegen kon. Zo werd hij door moeder bestempeld dat hij de regeling niet na kwam. Moeder heeft een lijst bijgehouden van gemiste afspraken, terwijl vader had bericht waarom hij afstand nam. Dat werd in een andere context geplaatst.
Binnen ons traject is gewerkt aan een opbouwende contactregeling en is er op individuele basis met de kinderen en ieder van de ouders gewerkt. Wij zagen kinderen die goed reageerden op hun vader. Kinderen die steeds losser werden richting hun vader en bij thuiskomst een moeder met weerstand over zich heen kregen. Zo schoten de kinderen steeds terug in hun loyaliteit.
Iedere keer dat er een stap vooruit werd gezet, gebeurde er iets; de kinderen hadden een ongeluk op school gehad, ze waren ziek en ga zo maar door.
Contact met de huisarts werd met toestemming gelegd. De huisarts had de kinderen een aantal keer per week over de vloer gehad en verwijsbriefjes geschreven. De zorgen namen bij ons toe over de angst die de kinderen dragen en hoe zij resoneren op moeder. Patronen van ouderonthechting als ook het ziek lijken te maken van de kinderen vlak voor belangrijke momenten binnen ons traject leken de boventoon te voeren.
Wij zagen de psychosomatische klachten toenemen bij de kinderen. We bleven verbinden met iedere ouder en transparant werken, om dichtbij de kinderen te kunnen blijven. Om de signalen uiteen te kunnen blijven zetten. De signalen namen daarbij toe. We noteerden ze allemaal in ons verslag. We omschreven gedragingen en wat er plaatsvond. We uitten onze zorgen richting beide ouders. We voelden dat er getracht werd om te tornen aan ons contact en onze vertrouwensband met de kinderen. We konden deze in tact houden.
De termijn voor verlenging van de OTS stond voor de deur met de vraag hoe verder voor de toekomst. Ons verslag werd gedeeld met ouders en Jeugdbescherming en is naar de rechter gestuurd.
Dankbaar ben ik dat we in deze zaak pal naast de kinderen hebben kunnen staan als hun vertrouwenspersoon. Dat we de kennis in huis hebben om patronen aan de hand van signalen inzichtelijk te kunnen maken in ons verslag. Jeugdbescherming heeft benoemd dat ze nog niet eerder zo’n zorgvuldig verslag hadden gezien waarin objectief verwoord is wat er gezien werd, zonder daarbij op de stoel van andere deskundigen te gaan zitten.
Deze zaak heeft de kracht van onze inzet door Jeugdbescherming laten zien, waarin we onze rol als Kindbehartiger zijn blijven vervullen. Het heeft mij opnieuw geleerd dat het van groot belang is om goed te kunnen signaleren en objectief te kunnen verslagleggen, in welk stadium we ook optreden. We zullen hieromtrent de verdieping dan ook blijven opzoeken.
Het is nu aan Jeugdbescherming en de rechter. Wij blijven in de extra periode die gaat volgen straks actief voor deze kinderen.
Henk Kok
25 oktober 2017 @ 05:58
Naast het belang van de kinderen dient deze aanpak meerdere doelen; de positieve effecten van de aanpak stralen af op alle betrokkenen, ouders en hulpverleners, die daarmee op een constructieve wijze gestimuleerd worden in het belang van de minderjaigen te denken en te handelen.