Er gaan stemmen op om bemiddeling te verplichten als ouders willen scheiden. Vraag is of het een goed idee is bemiddeling te verplichten. Het is zaak dat ouders vrijwillig kiezen voor bemiddeling en niet voor een strijd en een vechtscheiding, waarmee noch de ouders noch de kinderen gebaat zijn.
Belangrijk is ook dat scheidende ouders oog hebben voor en rekening houden met de kinderen. Immers, de kinderen hebben niet gekozen voor een scheiding van moeder en vader maar ze worden er wel mee geconfronteerd.
Wat is nodig:
- De wil om samen tot een oplossing te komen in
- een goed uitgewerkte ouderschapsovereenkomst
- met een duidelijke verblijfsregeling met oog voor een flexibele toepassing,
- een evenwichtige objectief berekende kostenregeling,
- duidelijke afspraken over hoe het fiscaal voordeel van de kinderen wordt geregeld
- én vooral een goed ouderschapsplan.
In zo’n ouderschapsplan beschrijven de ouders hun opvoedingsproject voor de kinderen, hoe ze de omgang zien met de kinderen en met elkaar; als ex-partners maar blijvend ouders. Ze beschrijven ook wie welke verantwoordelijkheden opneemt, ze verdelen de taken, ze maken afspraken over het uitwisselen van informatie en over ontmoetingsmomenten om te praten over de kinderen. Kortom, een ouderschapsplan is een must in elke ouderschapsovereenkomst, of het nu om een echtscheiding gaat of om koppels die de feitelijke of wettelijke samenwoning beëindigen.
Het regent in Den Haag, druppelt het in Brussel?
In NL is het al of niet verplichten van bemiddeling aan de orde. Er is een wetsvoorstel en er wordt duchtig geamendeerd. Twee grote partijen zijn tegen het verplichten van mediation (zoals de Nederlanders bemiddeling benoemen), twee andere partijen zijn voor. Elk heeft zijn argumentatie. Maar zo is het ook in België; de ene is voor, de andere tegen.
Met het in voege gaan van de familierechtbanken is een kans gemist om bemiddeling te promoten vóór een procedure in de rechtbank komt.
Weten dat bemiddeling bestaat: het is al heel wat!
M.i. is het belangrijk dat scheidende koppels weten dat bemiddeling bestaat, welke mogelijkheden bemiddeling biedt, hoe een bemiddelingstraject verloopt, wat het kost aan tijd, energie en geld. Als ouders in scheiding over die informatie beschikken, weten ze waaraan ze beginnen als ze kiezen voor voor bemiddeling, en dus niet voor een rechtsgang met een opgelegd vonnis.
Als een procedure in de rechtbank maar zou kunnen starten nadat koppels kennis hebben gemaakt met bemiddeling, dan kiezen ouders bewust voor het één of het ander. Zo wordt ook voldaan aan die belangrijke voorwaarde voor een gezonde bemiddeling, namelijk vrijwilligheid.
Wanneer een scheiding echter al is geëscaleerd, als beide partijen al als kemphanen tegenover elkaar staan, als het grote gelijk de overhand haalt, dan is de rede doorgaans ver weg.
Scheiden is hard en een escalatie ligt dan op de loer. Het grote gelijk -wat dat dan ook mag zijn- wenkt. Maar als scheidende ouders kijken naar de gevolgen van de ‘regeling’ voor de kinderen dan primeert het welzijn van de kinderen. Velen hebben de mond vol van ‘het belang van de kinderen’, over een harmonische omgeving creëren voor de kinderen nà de scheiding, over het rekening houden met de kinderen, over het bespreken van de verblijfsregeling met de jongeren; en desondanks zijn er toch nog in overvloed die hardvochtige vechtscheidingen die blijvend schade berokkenen aan de ex-partners en vooral de kinderen opzadelen met littekens.
Bemiddeling niet verplichten
Regelmatig breek ik een lans voor bemiddeling. Niet zozeer voor eigen gewin maar om ouders aan te sporen bewust te kiezen voor de weg van bemiddeling. Daarom dat ik geen voorstander ben van het verplicht stellen van bemiddeling. Scheidende ouders uitvoerig informeren over wat bemiddelen is, de kracht van bemiddelen benadrukken en dit aantonen met voorbeelden. Zo zullen zij overtuigd zijn van de voordelen van bemiddeling, krijgen ze inzicht in hoe bemiddeling praktisch werkt, en wordt het hun beslissing om te kiezen voor bemiddeling. Veel beter dan een opgelegde verwijzing door de rechter of een doorverwijzen naar de Kamer van Minnelijke Schikking.
“Minnelijk schikken” met de Kamers van Minnelijke schikking
Voor de volledigheid. Er zijn sinds de oprichting van de familierechtbank ook Kamers van Minnelijke Schikking actief. Een stap in de goede richting maar wordt er bemiddeld? Erkennen en herkennen rechters wel het verschil tussen ‘schikken’ en ‘bemiddelen’? Heeft en maakt de rechter (voldoende) tijd om te werken aan een door beide partners gedragen ‘oplossing’?
De praktijk is eerder dat de rechters in een kort tijdsbestek een regeling treffen. Er wordt dus ‘geschikt’ maar of dit ‘minnelijk’ is, is zeer de vraag.
Hoe duurzaam zijn deze schikkingen ? Hebben ouders de tijd gehad/gekregen om zich te bezinnen over wat wordt voorgesteld en aangereikt? En waar blijft het ouderschapsplan?
Toch een belangrijk onderdeel van de ouderschapsovereenkomst. Dit is jammer genoeg nog dode letter in de rechtbank en ook in notarisakten is het speuren met een vergrootglas naar afspraken tussen vader en moeder over hoe omgaan met elkaar, met de kinderen, met de nieuwe partners, over welke ouder welke taken en verantwoordelijkheden op zich neemt,…
Bemiddelde overeenkomsten steken schril af tegen een opgelegd vonnis of schikking. Kies voor jullie oplossing, vermijd een opgelegd vonnis.
Hoe denk jij hierover, moet bemiddeling wel of niet verplicht worden? Laat het ons hieronder weten of deel je reactie op onze Facebook pagina .
Bron: Eric De Corte