Het luisteren naar kinderen vraagt meer dan alleen hun letterlijke woorden horen.
De theorie van Piaget kan van betekenis zijn als we kijken naar het spreken met kinderen en het vertalen van hun stem. En dan vooral ingegeven vanuit het stuk cognitie.
Piaget is bekend vanuit de cognitieve psychologie. Volgens Piaget doorlopen kinderen in hun cognitieve proces enkele stadia. Daarnaast spreekt hij over assimilatie en accommodatie. Assimilatie betekent dat hetgeen kinderen verteld wordt, geïntegreerd wordt in het cognitieve schema dat aanwezig is bij het kind.
Een voorbeeld: een kind van 3 jaar leert dat een baby in de buik van mama groeit en mama een dikke buik krijgt. Een kind kan iedereen met een bollere buik aanspreken op dat diegene ook vast een baby krijgt. Accommodatie betekent dat nieuw verkregen informatie ruimte biedt om de bestaande schema’s te herconstrueren of om er een nieuw cognitief schema naast te zetten. Dat vraagt om logisch denken. Een kind heeft dan inzicht in hoe een baby in de buik komt. Volgens Piaget is de cognitieve ontwikkeling van kinderen nog ontoereikend om dit goed te kunnen doen mede door een beperkt logisch denken in de door hem genoemde stadia.
De eerste fase van Piaget is de sensomotorische fase. Deze loopt vanaf de geboorte tot circa 2 jaar. De zintuigen en de motoriek staan centraal. Eerst is er grijpen dan pas begrijpen. Logisch denken is nog niet aanwezig. Tijdens deze fase leert een kind wel dat als een object of persoon er niet meer is dat deze nog wel kan bestaan.
Via de zintuigen pikt een kind signalen op van stress. Deze kan het nog niet plaatsen of vanuit verstand beredeneren. Het kind integreert de opgepakte signalen in zichzelf.
Het fundament voor het cognitieve schema dat een kind opbouwt wordt hier gevormd. De context waarin het kind opgroeit is zodoende van belang voor de wijze waarop dit schema zich opbouwt.
De volgende fase betreft de preoperationele fase. Deze loopt van 2 tot circa 7 jaar. Het denken is gekoppeld aan waarneming. Logisch denken is nog niet aanwezig.
Er is tevens nog sprake van magisch denken.
Een kind kan zich slechts op 1 ding tegelijk focussen en is zich nog niet bewust van dat ergens meerdere mogelijkheden voor kunnen zijn of dat een oorzaak een ander gevolg kan hebben.
Ten aanzien van een scheidingssituatie kan het kind deze koppelen aan wat er vlak ervoor heeft plaatsgevonden. Zoals een muzieknummer dat tijdens een ruzie opstond. Het muzieknummer wordt gekoppeld aan de ruzie en de scheiding. Dat er meer rondom de partnerrelatie kan hebben gespeeld overziet een kind nog niet.
Ook denkt een kind nog sterk egocentrisch en koppelt oorzaak en gevolg aan zichzelf. Weer kijkend naar een scheidingssituatie betekent dit dat een kind geneigd kan zijn de oorzaak van de scheiding aan zichzelf te koppelen waardoor het schuldgevoelens kan ontwikkelen.
Mede kijkend naar wat speelt in deze fase wordt geadviseerd op te passen met woorden als ‘we houden niet meer van elkaar’. Een kind in deze fase heeft nog geen logisch denken tot zijn beschikking en vanuit het cognitieve schema dat het kind heeft opgebouwd rondom liefde koppelt het kind het ‘niet meer van elkaar houden’ aan zichzelf. Een kind kan daardoor denken dat er ook niet meer van hem gehouden wordt.
Een kind neemt in deze fase ook dingen letterlijk. Dat wat een kind hoort of ziet integreert het in zichzelf. Zo kunnen uitingen van ouders of vanuit de omgeving als waarheid geïntegreerd worden en beredeneerd worden vanuit het cognitieve schema dat het kind heeft en zodoende in een andere context worden teruggegeven dan zoals het gezegd is.
De derde fase is de concreet operationele fase. Deze loopt van 7 tot circa 11 jaar. Het kind wordt minder egocentrisch en ontdekt dat mensen een andere kijk op de wereld kunnen hebben. Het magisch denken verdwijnt en de hersenen gaan meer samenwerken. Oorzaak en gevolg kunnen meer overzien worden. Dat ouders ieder een eigen verhaal hebben en eigen gedachten en gevoelens ervaren kan een kind beter begrijpen. Het grote geheel nog niet omdat het logisch denken nog niet volledig ontwikkeld is.
In de laatste fase gaat het om de formeel operationele fase. Deze loopt van 11 jaar tot de volwassenheid. Het logisch redeneren krijgt meer een plek waarbij dit pas echt ontwikkeld zou zijn rondom de volwassenheid. Het ingebedde cognitieve schema speelt nog steeds een rol. Er ontstaat meer ruimte voor het creëren van nieuwe schema’s naast wat er cognitief aanwezig is. De ontwikkelingen rondom de puberteit kunnen de nodige uitdagingen bieden hieromtrent.
Volgens Piaget is voor een goed besef van zaken de cognitieve ontwikkeling van kinderen nog ontoereikend en kan dit pas vanaf de volwassenheid.
Dat maakt dat voor kinderen de volledige context overzien nog niet altijd mogelijk is.
Preventief psycho-educatie bieden in de vorm van uitleg en informatie alsmede kennis toebedelen is van grote waarde voor kinderen. Vooral ten aanzien van de vragen die leven en de gedachten en gevoelens die er zijn rondom de scheidingssituatie. Het werken met kinderen is prachtig.
Het werken met kinderen is prachtig.
Marieke Lips
De theorie van Piaget laat echter ook zien hoe belangrijk het is zorgvuldigheid te betrachten in het contact met kinderen. In wat gezegd en gedaan wordt. In hoe er met kinderen gewerkt wordt en vanuit welke context hun beleving wordt teruggegeven.
BRON: Boek Jacob Rigter, het palet van de psychologie, hoofdstuk 5