Bevrijdingsdag was helemaal geen bevrijdingsdag meer voor mij na het openen van die deur, het leek alsof 4 mei nooit geëindigd was.
Innerlijk leg ik nog steeds een krans op 5 mei een soort goede vrijdag met een witte roos. De witte roos stond voor loslaten en om de dolende ziel te vertellen dat het zo okay was, hij mocht verder gaan naar het licht, om te helen en de rust te vinden na alles.
Mijn thuis is samengesteld uit allemaal stukjes verleden en toekomst. Alles wat ik wil behouden, hergebruiken maakt dat ik door de stukjes heen mijzelf zie. Een soort van kringloop winkel waar alle spullen en herinneringen een aaneengesloten verhaal vertellen.
Voor de ander die achterblijft na een relatie is de kijk op hergebruik heel anders. Die ziet het als stelen van iets dat niet van jouw is. Ik heb dat pas later beseft. Als je partner je niet meer herkent, zoals het bij mij het geval was. Als ze niet meer naar je kijkt met die ontspannen meisjesogen, maar met die verwarde opgejaagde ogen. Als je niet meer samen in staat bent om te delen dat wat je altijd deelde en je woorden plotseling niet meer begrepen worden en tegen je worden gebruikt. Wanneer al je goede bedoelingen ineens “verdacht” zijn geworden, dan merk je pas dat “houden van” ver weg en bijna onbereikbaar lijkt. Het uitleggen van emoties of gevoelens lijkt een kluwen van onnavolgbare draadjes en gedachten. Het kleed lijkt ineens op zijn kop gelegd te zijn. Daar waar eerst duidelijke en prachtige patronen waren, schijnt de onderzijde de rare warrigheid van knopen en losse eindjes.
De kinderen zijn de hoop en toekomst, daar doe je het voor…
Wat ik eigenlijk wil zeggen, pak het daar op. In dat niemandsland wordt alles ‘vergeven’ want het is voor het goede doel. Je doet het voor hun en niet jezelf of de ander. Het spontaan spelen en elkaar ontmoeten in een bevrijding van lachen en gek doen maakt dat je alles om je heen vergeet. Het opgaan in die “kinderlijke” energie is zo helend voor mij, zo bevrijdend dat het mij ‘jong’ houdt. De pijn, het vedriet lijkt dan ver weg en even vergeten. Tot het moment van terugbrengen, van het afscheid en het bewust worden van de dualiteit van het scheiden. Ik koester die momenten van samenzijn met de kinderen. Al die volgepropte minuten van laten zien dat je er bent en van ze houdt. Ach ik koester die momenten. Die herinneringen zijn mijn dierbaarste onzichtbare bezit. Met een schuin oog op de aflopende tijd die onherroepelijk is, val ik in een stress om alles eruit halen wat erin zit. Na die stress bleef er bij mij een moedeloos gevoel achter. Hoeveel van deze momenten zouden zij zich nog later herinneren? Familietradities en trauma’s zijn vaak de bakens in ons geheugen. Het; “weet je nog van toen en toen” heeft voor mij vaak een beeld of uitbeelding nodig en een levendigheid van vertellen. Sommige herinneringen moeten weer tot leven worden gewekt en als dat gezamenlijk is dan is het soms zo wonderlijk dat iedereen het op zijn eigen wijze waarneemt. Het verhaal van de 5 ‘blinde’ kinderen die gingen vertellen over het dier wat ze hadden gevoeld. Nee het was erg dik en erg zwaar zei de jongen bij de poten. Nee het was krachtig en flexibel, net als een slang, zei het meisje, nee het had oren als de vleugels van een adelaar, zeker niet zei de jongen bij de staart, het was kort en dun met weinig haar. Allemaal hadden ze gelijk qua waarneming, ze hadden allemaal stukjes van de olifant waargenomen. Kinderen en volwassenen hebben diezelfde eigenschappen, ze vertellen dat wat het meeste indruk maakt, dat wat is bij gebleven terwijl de foto van het geheel soms zo onwerkelijk en anders was.
Door een heftige gebeurtenis kan soms een oud gebeuren getriggerd worden in je wezen.
Door een heftige gebeurtenis kan soms een oud gebeuren getriggerd worden in je wezen. Iets wat al was afgeplakt met stikkers, iets wat slechts tot een klein beslagen raampje was verworden. Een raampje dat ineens uit de muur wordt geblazen en waar je dan ineens weer de volle omvang van het gebeuren ervaart, alleen nu jaren later.
Met die emotie stond ik bij jeugdzorg, ik sprak erover dat ik Dibbes in de steek had gelaten en dat ik nu weer mijn gezin in de steek moest laten. Dat ik Luca en Puk moest achterlaten omdat dat het beste was, zeiden de psychiaters. Het is helend voor een moeder om de kinderen bij haar te laten. Hoe is dit voor een vader?
Bij jeugdzorg zocht ik de zorg voor beide ouders, maar die was er niet. Het was de zorg voor de kinderen, hun welzijn was primair. De ouders moesten dit volgen en niet andersom. Dat jeugdzorg verhaal was begrijpelijk, echter ik voelde mij ook een soort van kind die onbegrepen was. Deze situatie herkende ik niet en had ik ook gelukkig nooit gekend en meegemaakt. Waarom was er geen aandacht voor mij? Jeugdzorg was één van de 26 deuren die ik vergeefs heb geprobeerd. En vergis je niet, toen was jeugdzorg heel bepalend, tot en met de rechtszaal aan toe. Daar moest ik ‘kansloos’ het verhaal van de moeder aanhoren. Jeugdzorg haar waarneming was leidend (lees; lijdend) Dat verhaal wordt door de rechtbank klakkeloos overgenomen, daar zijn kennelijk geen vraagtekens meer over.
Alles kwam door die plotselinge verhuizing, van de een op de andere dag waren Luca en Puk verdwenen. Van school af en uit het zicht. Iedereen die zo vlakbij had gestaan, was plotseling medestander geworden. De schoolleiding hield zich afzijdig, het was beter zo. Onze gezamenlijke huisarts had ook een brief aan de rechter geschreven; “de moeder had rust nodig”. Deze brief kwam naar voren tijdens mijn ‘kort geding’ om de verhuizing ongedaan te maken. Iedereen, van ouders op het schoolplein, van de zogenaamde getuigen. Alles in het werk gesteld om deze D-Day te laten lukken. Dit was het omgekeerde feest. Daar waar je, als je de kamer binnenkomt, plotseling wordt overvallen door vrienden met partypoppers en champagne om je verjaardag te vieren en waar ik nu voor een leeg huis sta met een verdoofd gevoel.
Ik kijk naar mijn huis en zie de lapjesdeken van alle aan elkaar geknoopte onderdelen. De gevonden ramen bij de sloop, het tuinsetje van oma en opa en de voordeur uit ons oude huis. De tuin was wel verwaarloosd nu. Ik zie haar nu pas terug na 21 jaar, ik voel de herkenning, vreugde en verdriet samensmelten. Dag huis, ik kan weer naar je kijken en accepteren dat ik geprobeerd heb er iets van te maken. Dat is kennelijk niet zo gelukt. Ik was geen volleerde tuinman of timmerman en loodgieter, ik was gewoon een vader die zijn best deed om vader te zijn.
Ik draai mij om en verlaat deze tuin, misschien heeft iemand anders er nog iets aan?