Ik denk dat het moeilijkste is om het goede te blijven zien in jezelf.
Ik heb mezelf jaren de schuld gegeven van wat gebeurde. Voor ik het wist, veranderde ik in een cliché. In zo’n vrouw die haar man goedpraatte, die excuses zocht voor zijn gedrag en die alles deed om haar gezin bijeen te houden.
Hij reageerde al vaker agressief naar zichzelf, sloeg met zijn hoofd tegen een muur of sloeg met zijn vuist tegen zijn hoofd. Maar de eerste dag dat de agressie zich tegen mij keerde, herinner ik me nog alsof het net gebeurd is. Met zijn onderarm duwde hij in mijn hals, net onder mijn kin en kneep hij de luchttoevoer af. Ik herinner me nog dat ik mijn handen op zijn onderarm legde, hem aankeek en vroeg om me los te laten. Hij deed het. En na een nacht verdwijnen, kwam hij terug en smeekte hij om vergiffenis. Er waren verzachtende omstandigheden, vond ik. En dus gingen we in therapie. Want ik hield zielsveel van hem, we waren getrouwd en hadden kinderen die een geweldig gezin verdienden. In het begin leken de therapie, de bezoekjes aan de psychiater en de psycholoog te helpen. Maar na enkele maanden was het weer zover. Hij greep met beide handen naar mijn keel, gooide mijn hoofd tegen de muur en kneep.
De tijd die ik in het begin kreeg om te bekomen tussen twee aanvallen door, werd doorheen de jaren minder en minder lang. Ook vielen de excuses weg. Want waarin hij in het begin zichzelf en externe factoren de schuld gaf, werd het nu mijn schuld. Ik had dit niet mogen zeggen. Ik had maar niet zo’n ochtendhumeur mogen hebben. Ik had maar niet hem moeten lastigvallen.
Ik ben heel vaak bang geweest. Er zijn keren geweest dat ik vol blauwe plekken stond. Er zijn keren geweest dat ik er een lichte hersenschudding aan overhield. En er zijn keren geweest dat ik dacht, oké, dit is het. Deze keer overleef ik het niet.
De stap nemen om dit te melden, was verschrikkelijk moeilijk. De politieagenten waren aardig en stelden me op mijn gemak. Ik wist dat de gevolgen verschrikkelijk zouden zijn. Maar ik had me niet verwacht aan zijn bedreigingen en gedrag achteraf.
Een deel van mij wilde namelijk geloven dat hij niet zo’n slecht persoon was. Dat hij gewoon in de knoei zat met zichzelf en dat hij wel weer terug de aardige, lieve persoon zou worden die ik in het begin had leren kennen. Maar niets bleek minder waar.
Ergens weet ik dat de scheiding aanvragen, het beste was wat ik kon doen. De kinderen verdienen beter dan in een gezin met geweld op te groeien. En nu kan ik op zijn minst ervoor zorgen dat hun tijd bij mij rustig, sereen en veilig verloopt.
Ik had namelijk het “geluk” dat ze meer aan mij zijn toegewezen. Ik weet dat er ouders zijn die ook vluchten voor geweld of andere zware familiale problemen en die in co-ouderschap verder moeten.
Maar waar ik hoopte dat het geweld zou stoppen, zet hij het psychisch geweld en het pesten gewoon door nu. En hij zet de kinderen in als pionnen in zijn spel. Hun spullen die verdwijnen, of die beschadigd terugkomen, sportclubs weigeren omdat de activiteit in zijn tijd plaatsvindt, …
En er blijkt niets te zijn wat ik ertegen kan doen. Want hij is nu eenmaal hun vader en hij besluit hoe het met hen gaat in de periode dat ze bij hem zijn.
Dus vangen we dat op, elke week opnieuw. ‘Het spijt me dat je niet naar die sportclub kan, maar weet je er zijn ook muzieklessen op de dag dat je bij mama bent, wat denk je? Zullen we daar eens gaan kijken?’. ‘Ik weet dat jouw favoriete trui weg is, maar zullen we eens zien of dit vest jouw favoriete vest kan worden?’.
In heel dit proces is het voor mij het moeilijkste om het goede te blijven zien in mezelf. Om te onthouden dat dit de beste keuze was. Om te onthouden dat ik een goede mama ben. En vooral om te onthouden dat ik goed persoon ben, zo eentje die op zoek gaat naar positieve manieren om deze situaties te tackelen opdat de kinderen kunnen opgroeien tot gelukkige volwassenen, voor wie deze scheiding niet meer kwaad heeft gedaan dan het absolute minimum.
♠