Gisterenavond begon Jongste al. Notabene op de #dagvangeluk. Hij hing om mijn nek, beetje mekkeren en symptomen van een tekort aan knuffels vertoonde hij.
Vijf jaar geleden, op 21 maart, is ons kleine meisje overleden. Sindsdien ‘vieren’ wij die dag, de dag van het leven, liefde en van Annabel. Vanaf vandaag, officieel #dagvanAnnabel.
In 2013 zijn we ermee begonnen, met het vieren van ónze 21 maart. Een bijzondere dag: begin van de lente, het einde van een jong leven en het begin van een leven zonder. Wij vieren ‘m. Al is de aanloop ernaar altijd een lastige. Een bijzonder soort energie die eraan vooraf gaat. Zodra díe dag is aangebroken is dat weg.
‘Maham, gaan we nog wat doen morgen’, vroeg Jongste gisteravond. Nou ventje, dat weet ik nog niet. Het is een gewone schooldag, voor iedereen.
‘Jaaaa, voor iedereen wel, maar voor ons niet. Voor ons is het een speciale dag. Dat snap je toch wel?!’
Ja natuurlijk, snap ik dat. Het is alleen niet zo makkelijk om tegen school zomaar te zeggen dat jullie niet komen, omdat.. Zeker niet bij je Oudste broer die op de middelbare zit. Dat kan zomaar niet, meld ik hem.
Dat gaat er niet in, zie ik aan zijn gezicht. ‘Mam, ze snappen heus wel dat het voor óns een héle speciale dag is’. Sputter, sputter, sputter.
In bed, het is donker en ik lig even naast hem, begint hij opnieuw. Ik leg het hem weer uit dat, het met een middelbare scholier in huis, niet zo makkelijk meer gaat, het afmelden voor een dag als deze. Het blijft stil. Even maar. Daarna hoor ik gesnif, zie wat armpjes in het donker bewegen naar zijn hoofd. Nu, gesnik. Mijn hart breekt. Het enige wat ik kan doen is hem troosten met zoveel mogelijk knuffels en hem vasthouden. Eindelijk valt hij in slaap.
Vanmorgen, Oudste was al weg, stond Jongste op met de mededeling dat hij pijn in zijn buik, benen en hoofd had. ‘En ik heb het alleen als ik aan Annabel denk’, zei hij. ‘En dat doe ik de hele dag’. Ik knik instemmend.
Middelste kijkt vragend en zegt ineens ‘oh, ik snap het, het is de 21e’. Ik blijf het bijzonder vinden dat die jongens elkaar dan haarfijn aanvoelen.
Op school zie ik het al aan zijn snoetje. Tranen komen eraan. We vertellen het zijn juf. Zij reageert ontzettend lief en begripvol. Ze stelt voor het de klas te vertellen zodat iedereen rekening kan houden met zijn gevoel vandaag. Vindt hij goed. Ook heeft hij met haar afgesproken, dat hij het zegt als het niet goed gaat. Om 12u haal ik Jongste en Middelste op: ginnegappend met zijn vriend fietst hij voor mij uit. Even later, tussen een de-betekenis-van-respect-is-een-holle-term-geworden gesprek met Middelste, meldt hij dat hij graag naar huis wilde, maar het toch nog even wilde proberen. Ik prijs hem voor zijn doorzettingsvermogen.
Thuis, aan de tosti, begint hij weer: ‘mam?’ Ja, ventje, wat is er? ‘Maham, ik heb nog steeds die pijn. En ik kan niet stoppen met denken aan Annabel’. Wat wil je hiermee zeggen kerel, vraag ik. ‘Nou-hou, dat als ik bij jou ben voel ik die pijn niet. En als ik niet bij jou ben voel ik die pijn wel…’ Dus, wat doen we, vraag ik hem? ‘De juf snapt het echt, mam. Net als jij, jij hebt ook net gezegd dat je mij begrijpt. En dat vind ik fijn. Dat heb ik nodig, begrip voor mijn gevoel’. Prachtige, wijze woorden voor een ventje van acht.
Conclusie: veiligheid en geborgenheid. Het is onze basis. De basis van waaruit we groot en sterk worden om een dag als deze te kunnen dragen: #dagvanAnnabel. Na de #dagvangeluk.