Alleen zijn in een huishouden met drie kinderen valt mij niet zwaar. Sterker nog, het gaat me prima af! Niemand om rekening mee te houden, lekker alles zelluf doen. Maar héél soms … zou het wel fijn zijn, die sterke en handige meneer.
Terwijl ik aan de keukentafel werk en mijn jongste met zijn vriendje naar wasknijpers speurt in het washok, nodig voor een knutselwerk, hoor ik eerst een harde “KRAK”, vervolgens een doffe klap en daarna even niets. Dan klinkt de stem van het vriendje droogjes: “Zó. Die is kapot.”
Brain knows all
Grappig hoe je hersenen dan in een nano-seconde alle mogelijke rampscenario’s afgaan: de ruimte haarscherp projecterend op het netvlies van je brein, alle hoekjes afvinkend samen met de mogelijke geluiden die te horen zouden kunnen zijn. Om uiteindelijk stil te staan bij de enige juiste conclusie: de wasmachine is gemold.
Sloper moest zo nodig springen
En ja hoor. Met een schuldbewust en rood aangelopen hoofd, komt de kleine sloper het hok uit, met de deur van mijn wasapparaat los in zijn hand. Afgebroken. Omdat hij zo nodig ergens af moest springen waar niets te springen valt en bij gebrek aan ruimte dus vol op deze openstaande deur sprong.
Primaire drift
Ik heb zin om hem bij zijn armpjes te pakken en stampvoetend heel hard heen en weer te schudden! In plaats daarvan tetter ik mijn frustratie: “Néééé! Hoe móet dat nou weer; ik heb nu helemaal geen geld voor een nieuwe!” en woede: “Wáárom doe je dit nou?!” over hem uit. De tranen rollen over zijn wangetjes en ik registreer hoe om op te vreten schattig hij er uitziet.
Hergebruiken die hap
Alvorens weer bakken met geld uit te geven aan onderdelen, mannen die onderdelen komen plaatsen of nog erger, een nieuw apparaat, verzin ik een list. Wij verlijmen die afgebroken stukjes en dan zit die deur weer als gegoten in, op of aan de sponning. Ofzo. Het klinkt in ieder geval goed en ziet er kansrijk uit.
Secondelijm dus
Bij de vader van mijn 3-tal, een nogal klussige koning, haal ik secondelijm. Die van het soort waar dreigementen op staan en doodshoofden. Ik moet hem zweren niets op mijn handen te krijgen en écht voorzichtig te doen. Met een licht megalomane en ‘dat-doe-ik-heus-wel-effe”-achtige attitude, vertel ik hem dat het jammer is dat hij mij na al die jaren -eerst samen en toen apart- nog steeds zó slecht kent. Ik ben tenslotte reuze handig!
Voor wie het gelooft
Een paar uur later giet ik, met de opperste focus op de breuklijn en volledig vertrouwend op mijn hand-oog coördinatie, het hele lijmflesje leeg over mijn hand. De safety-dop blijkt verlijmd te zijn met de hoofddop en dus mee afgedraaid. En dat had ik even niet gecheckt. Want wíe, in godsnaam, komt dáár nou op?!
Wat een sukkel
In totale verbijstering staart mijn middelste, die op de grond zit om de te lijmen deur op zijn plaats te houden, mij aan. Ik zie hem denken: “WTF?! Hoezo wist ik niet dat zij zó sukkelig was..?!” Ik vraag hem paniekerig wat te doen. Maar het is al te laat. Het spul gaat niet voor niets prat op de razendsnelle werking.
Even niet ‘zelluf’ dus
Even later is niet de deur van de wasmachine verlijmd maar des te meer de huid van mijn hand. En ben ik de rest van de avond al plukkend, pulkend en aceton deppend, de lijm maar ook het vel van mijn hand aan het verwijderen. En weet ik nu waarom beesten hun poot afknagen als ze hiermee vast zitten in de val. Het wordt mij even zwaar te moede. Ik denk nog maar één ding:
Byebye Mummy-McGyver, Hello Mr. HandyMan!
(Dit verhaal van Alexa werd eerder gepubliceerd op UrbanChicks.nl, onderdeel van ContentCollective)