Verblijfsregeling of niet, het komt voor dat de verblijfsregeling niet wordt nageleefd.
Immers: wil het kind niet naar de andere ouder, of wil de ene ouder niet dat het kind naar de andere ouder gaat? En wat doe je of kan je dan als ouder?
Het is niet evident om een kind te dwingen naar de andere ouder te gaan, als het dit echt niet wil. Maar het is makkelijk om zich als ouder hierachter te verschuilen en het kind bij zich te houden en dus de verblijfsregeling te negeren.
Maar er is bij aanvang al een groot verschil in de totstandkoming van de verblijfsregeling:
- Werd de regeling opgelegd door de rechter als resultaat van een strijd en een rechtsgang?
- Of zijn beide ouders samen in een bemiddeling tot ‘hun’ best-mogelijke verblijfsregeling gekomen?
Behoud van de band ‘ouder-kind’ versus ‘ik wil niet naar mama/papa’
Ouders hebben na een scheiding wel de (wettelijke) plicht ervoor te zorgen dat kinderen ook met de andere ouder een goede band (blijven) behouden.
De ouders zelf moeten hierbij een actieve en positieve rol vervullen door kinderen te stimuleren hun andere ouder te bezoeken.
Ouders zouden niet mogen toegeven aan “ik wil niet naar mama/papa”. Het is echter moeilijk om een kind tegen zijn/haar zin naar de andere ouder te ‘sturen’.
Immers, als kinderen zeggen dat ze niet naar school willen, vinden we dat ook niet aanvaardbaar. Hetzelfde geldt voor de bezoekregeling aan de andere ouder, behalve natuurlijk als er sprake is van kindermisbruik of ander gedrag dat ernstig in het nadeel van het kind is en waardoor ook de rechter het ermee eens is dat contact met die ouder op dit moment niet gewenst is. Maar daarover beslist dus de rechter, niet het kind en ook niet de andere ouder.
Ondanks de overeengekomen of opgelegde verblijfsregeling: waarom wil het kind niet naar de andere ouder?
Het komt in mijn praktijk voor dat in een gesprek met kinderen wordt nagegaan waarom kinderen zeggen dat ze niet naar de andere ouder willen. Afhankelijk van de leeftijd van het kind betrek ik hierbij een kinderpsycholoog of een andere deskundige.
Soms is er sprake van ontoelaatbaar gedrag bij die ouder. Maar doorgaans is er iets anders aan de hand:
- Het kan zijn dat de ene ouder stelselmatig negatief wordt afgeschilderd door de andere ouder.
- Of dat kinderen onder druk worden gezet om het contact met de andere ouder tot een minimum te beperken of zelfs af te breken.
- Of dat het kind zich afzet tegen de nieuwe partner van vader of moeder.
- Of dat de nieuwe partner het kind veronachtzaamd, negeert of het lastig maakt.
- Of dat het kind beperkt wordt in de vrijetijdsbesteding of de wekelijkse sport- of andere jeugdverenigingsactiviteiten.
- Of dat er sprake is van een vorm van verslaving van de ouder (drank, drugs)
- Of…: er zijn tal van redenen die ik als bemiddelaar hoor vernoemen.
Wat kan uw bemiddelaar doen?
Als de ouders me als bemiddelaar inroepen, maak ik de situatie bespreekbaar tussen beide partners om tot een meer normale (werkbare) verstandhouding tussen beide ouders te komen zodat de gemaakte verblijfsregeling wordt nageleefd of wordt bijgestuurd en aangepast. Voorwaarde is natuurlijk dat de ouders bereid zijn tot gesprek.
Belangrijk is dat de band van zowel moeder als vader met het kind behouden blijft. Zo voldoen gescheiden ouders aan een wettelijke verplichting maar vooral aan de zorg voor het behoud van een (goed) contact met elke ouder.
Het is niet in het belang van kinderen om de andere ouder zwart te maken. Kinderen kunnen niet alleen in een loyaliteitsconflict komen, maar de andere ouder ook gaan idealiseren. Een vader of moeder die het contact van kinderen met de andere ouder probeert te frustreren, bereikt dan vaak (op termijn) het tegenovergestelde van wat hij/zij beoogt. Namelijk dat de kinderen weglopen en bij de andere geïdealiseerde ouder gaan wonen.
Je kunt je als ouders niet permitteren om een hekel aan elkaar te krijgen
Als ex-partner en voornamelijk als ouder van je kinderen, is het nodig om elkaar de ouderrol te gunnen en bij een gezamenlijk standpunt te blijven. Je kunt je als ouders niet permitteren om een hekel aan elkaar te krijgen. Het is bovendien belangrijk om weten dat alles wat kinderen horen, zien en vaak voelen, van invloed is op hun gedrag en gelukkig zijn.
Wat kan het kind zelf doen?
Het kind kan zelf kosteloos beroep doen op een jeugdadvocaat voor advies en bijstand. Die luistert, informeert en helpt het kind. Als het tot bij de jeugdrechtbank komt zal de jeugdadvocaat het kind bijstaan, ook als er een politioneel of maatschappelijk onderzoek zou komen. Belangrijk is dat het kind gehoord wordt en zo de ‘echte’ redenen boven water komt waarom een kind niet meer naar de andere ouder wil. Het hoorrecht is in deze belangrijk; meer hierover via deze link.
De manier waarop je als ouder met elkaar omgaat, dat is onder meer wat je je kind meegeeft. Blijvend samen voor de kinderen zorgen
LET OP: DIT ARTIKEL BETREFT BELGISCHE WETGEVING.