Vijf jaar geleden was het over en stond ik er gevoelsmatig ineens alleen voor.
Met kinderen, huis, het leven + alles wat hierbij komt kijken.
Even was daar totale paniek en kon ik kiezen: zwemmen of verzuipen?
Angstig en vol oordeel over mezelf lag ik in dat koude water, bang om aan een ongewisse tocht te beginnen.
En toch, er zat maar één ding op…
Komende vanuit een achtergrond waar ik altijd in een boot zat en überhaupt niet hóefde te zwemmen
als ik daar geen zin in had, was dit een mentale game changer.
Mijn: “ja maar, ik weet niet zeker of ik wel goed genoeg kan zwemmen” of “help, de overkant is te ver, ik zíe m niet eens!”
veranderden al plonzend en naar adem happend in “Rustig aan, slag voor slag, reguleer je ademhaling” en
“Als je goed kijkt kom je op weg naar de overkant allerlei drijfhout, eilandjes en boeien tegen waar je op uit kunt blazen.”
Vijf jaar later, soms schoolslag dan crawl en dan weer even genietend uitdrijven op mijn rug, zwem ik vrij steady naar die overkant.
Zie ik ‘m al?
Nee.
Is dat erg?
Nee!
Als ik maar blijf ademhalen en op die cadans blijf gaan. Dat brengt mij waar ik gaan wil.
Met een sterker lijf, krachtiger hoofd en gelukkig hart.
Want in plaats van vol oordeel ben ik nu trots op mezelf!
De les?
Als je verliest, heb je vervolgens alles te winnen.