Vanaf welke leeftijd van een kind vormt verblijfsco-ouderschap (gelijkmatig verdeeld verblijf en huisvesting) geen belemmering meer? De meningen van kinderpsychiaters en kinderpsychologen zijn hierover verdeeld.
Belangrijk voor NEO bemiddeling is dat geval per geval wordt bekeken. Het zou moeilijk zoniet onredelijk zijn, om voor alle verblijfsregelingen eenduidig en strikt een leeftijd van een kind te hanteren als enig criterium, en geen nuances te laten in de leeftijdsperiode tot 6 jaar.
Twee kinderpsychiaters -Christine Frisch-Desmarez en de Fransman Maurice Berger- schreven echter in een publicatie op vraag van de Federatie Wallonië-Brussel, dat een week-week-verblijfsregeling voor kinderen jonger dan zes jaar niet zou mogen worden toegepast, en dat de wet dienvolgens dient aangepast. Enerzijds stellen zij dat een kind in het eerste levensjaar nood heeft aan één vaste verzorgingsfiguur maar dat het anderzijds belangrijk is dat de ex-partner nauw betrokken blijft bij de verzorging. Deze twee kinderpsychiaters zijn van mening dat een overnachting bij de andere ouder pas aan te raden is vanaf de leeftijd van 2 jaar.
Deze strikte visie roept de vraag op of dan maar meteen dient gezegd dat een week-week-regeling voor kinderen in de leeftijdscategorie tot 6 jaar geen kans maakt en deze ‘nieuwe’ regel in een wettekst moet. Heel ver gaand.
Andere kinderpsychiaters en kinderpsychologen nuanceren. Zo zegt klinisch psychologe Hilde Seys van ZOI Genk, dat het jonge kind te weinig aan bod komt in de wet van 2006; wet dat het gelijkmatig verdeeld verblijf voor kinderen beschijft. Ze voegt er aan toe: “Idealiter zouden we geval per geval moeten kunnen screenen, maar dat kost tijd en geld dat er niet is. Een week-week-regeling is misschien fijn voor de ouders, maar eigenlijk vraag je te veel van de allerkleinsten”.
Ook hier de vraag, welke leeftijd wordt gekoppeld aan de term ‘allerkleinsten’.
In een artikel in De Standaard zegt kinderpsychiater Jo Wellens dat baby’s zich veilig moeten kunnen hechten. “Dat betekent dat ze weten: als ik ween, kom jij naar mij en zoek jij uit wat er met mij aan de hand is. Daardoor voelen baby’s zich veilig en geborgen. In hun eerste levensjaar doen ze dat bij voorkeur met één vaste verzorgingsfiguur, week na week wisselen is nefast voor een baby.”
Ook hier een duidelijke nuance tov de visie van een leeftijd van 6 jaar. Er is immers babytijd, peuter- en kleutertijd, elk met de gekende leeftijdsperiodes.
Verder zegt Wellens dat het belangrijk is dat “de ex-partner nauw betrokken blijft bij de verzorging. Indien mogelijk een paar keer per week enkele uren langs komen, om dat dan geleidelijk uit te breiden. Een overnachting bij de andere ouder is pas aan te raden vanaf een jaar of 2, wanneer er voldoende taalbegrip is’, aldus nog Jo Wellens.
Een co-ouderschapsregeling kan, maar moet aangepast blijven aan de leeftijd van het kind. Zegt Wellens: “Bij baby’s betekent dit dat één ouder zich voor een deel moet opofferen: je kan een baby niet gelijk verdelen over mama en papa. Hun tijdsbesef is te kort. Nog 5 nachtjes slapen en je ziet mama. Dat begrip ‘vijf’ gaat letterlijk het verstand van een 3-jarige te boven. Korte periodes met afwisselend contact dus, wat ook best doorloopt in de vakantieperiodes.”
Hoe ouderschap invullen bij scheiding? Werk met een meegroei-verblijfsregeling
In onze NEO bemiddelingspraktijk komt het inderdaad regelmatig voor dat koppels scheiden met kinderen jongeren dan zes jaar, zelfs jonger dan 1 jaar en zelfs met een kind dat nog niet eens is geboren. Het overeenkomen van een verblijfsregeling voor kinderen jonger dan 1 jaar levert zelden moeilijkheden op omdat beide ouders ervan overtuigd zijn dat de zorg best aan één ouder toekomt. Wat wel moeilijker is, is de (tijdelijke) regeling van het bezoek aan dit jonge kind. Immers de vader wil de band met het kind onderhouden. Dit leidt dan tot voorlopige maatregelen en een verblijfsregeling waar beide ouders het mee eens zijn dat deze na verloop van tijd wordt herzien. NEO Bemiddeling stelt dan ook regelmatig meegroei-verblijfsregelingen op.
Intussentijd echter dient een bezoekregeling aan het jonge kind afgesproken en dat is niet altijd vanzelfsprekend. Immers dit houdt in dat de vader het kind bezoekt in de woning van de moeder, en er enkele uren verblijft of kort met het kind gaat wandelen in de kinderwagen. Het is dus nauwlettend formuleren van een uitgebalanceerde en duidelijke tekst die ook aanvaard wordt door de Procureur én de Rechter.
Voor kinderen die nog niet naar de kleuterschool gaan, wordt ook vaak een specifieke tijdelijke regeling afgesproken.
Voorlopige regelingen oplossend: op maat van leeftijd en ontwikkeling
Eén en ander vraagt van beide ouders goede wil en bereidheid om, in het belang van het kind, tot een regeling te komen die “goed” is en waarmee ook beide ouders vrede hebben. Een regeling die waarborgen biedt voor het behoud van de band van het kind met de ouder die het kind niet constant onder de hoede heeft. Voorlopige regelingen gekoppeld aan de leeftijd van de kinderen zijn dan ook oplossend. De scheidende partners komen formeel overeen om de verblijfsregeling aan te passen, op maat van de leeftijd en de ontwikkeling van het kind.
Dergelijke regelingen worden bij NEO Bemiddeling op maat uitgewerkt tijdens de bemiddeling. Heel anders dan de eisende en zelfs opeisende toon die men in de rechtszaal hoort, en die finaal leidt tot een vonnis waarbij de rechter oordeelt wat “het beste is”.
Of de wet van 2006 moet aangepast worden? Naar onze bescheiden mening niet. Wel zijn er gezonde beslissingen nodig die rekening houden met de omstandigheden, met de leeftijd van de kinderen, met de zorg die door wie en in welke mate kan opgenomen worden. Bijkomend is het dus een voordeel dat in een bemiddeling voorlopige verblijfsregelingen worden afgesproken die “meegroeien” met de leeftijd van de kinderen.
Is co-ouderschap negatief voor kinderen?
Dimitri Mortelmans en Kim Bastaits, leden van het universitair consortium ‘Scheiding in Vlaanderen’, zijn duidelijk in hun conclusie: “Het gaat niet om het afschaffen van verblijfsco-ouderschap voor kinderen tot de leeftijd van 6 jaar, wel gaat het erom dat ouders moeten stoppen met ruziemaken. Immers, kinderen kunnen flexibel zijn in het omgaan met de scheiding van hun ouders, behalve als die blijven ruziemaken”.
Op de vraag of een gelijkmatig verdeeld verblijf en huisvesting negatief is voor kinderen luidt het antwoord van deze twee experten:
- Neen, indien het kind een goede band heeft met beide ouders. Kinderen hebben immers baat bij een betrokken papa en mama.
- Ja, indien er veel conflict is tussen de ouders.
Maar ook de vroegere norm van moederverblijf met weekendvaders was niet zonder problemen. Ook toen zagen kinderpsychiaters de gevolgen van minder betrokken vaders, een totaal verlies aan contact met de vader of continu ruziënde ex-partners. Meer over de visie van D. Mortelmans en K. Bastaits kan je lezen via deze link naar het blogartikel op onze website van NEO Bemiddeling.
Een ander nuttig blogarikel gaat over elementen en factoren waarmee best rekening wordt gehouden bij de keuze van ja of neen een gelijkmatig verdeelde huisvesting en verblijf; zie deze link.
Zet vandaag de eerste stap: maak een afspraak
Lees hier het originele artikel van NEO Bemiddeling.
Dieter
18 februari 2021 @ 11:07
sorry hoor maar de hele theorie is BS. Kinderen hebben onder alle omstandigheden recht op beide ouders en daar mag heel de hechtingstheorie ten spijt geen onderscheid in gemaakt worden.
Conflict tussen ouders mag daar geen afbreuk aan zijn, maar hun issues dienen los daarvan aangepakt te worden. Te vaak wordt een kind dan eigenlijk gestraft omdat ouders ruzieën door het dan diens rechten te ontzeggen. En juist dat gaat alleen maar meer confict geven.