Aanvullend aan het blogartikel Verblijfsco-ouderschap op de schop? geef ik graag een aantal tips om een goede verblijfsregeling op te stellen.
Allemaal zaken die in een bemiddeling ter sprake (kunnen) komen. Het gaat om criteria waarmee rekening kan worden gehouden:
Verblijfsregeling: met wat rekening houden bij de bepaling ervan?
Het belang van het kind, we kijken onder meer naar:
- Medische en psychologische belangen
- Het materieel en economisch welzijn
- Een zo laag mogelijk conflictniveau tussen de ouders
- De mogelijkheid om voldoende kwalitatieve contacten te hebben met beide ouders met het oog op een gezonde ontwikkeling
- Een veilig rustig en regelmatig klimaat waarin het kind kan opgroeien. In dit verband: een kind moet kunnen opgroeien in een stabiele omgeving zodat het ook al zijn capaciteiten kan ontdekken en ontwikkelen
- Behoud van principiële loyaliteit van het kind tav de ouders. Anders geformuleerd: ouders in ruzie ‘gebruiken’/’manipuleren’ soms de kinderen in hun conflicten; dit is uitermate fnuikend voor het kind
- De kansen op verwaarlozing en gevaarlijke situaties
- Ongeschikte huisvesting
Het belang van de ouders, kijkend onder meer naar:
- Beide ouders hebben het recht om hun kind op te voeden en om een impact te hebben in de ontwikkeling van het kind. Dit impliceert niet dat dit enkel het geval kan zijn in een regeling van gelijkmatig verdeelde huisvesting
- Het belang van een ouder primeert niet op het belang van het kind
De afstand tussen de woonplaatsen van de ouders
Is bepalend of een gelijkmatig verdeelde huisvesting mogelijk is. Hierbij speelt niet alleen het aantal km een rol maar ook de tijd die het vergt om de verplaatsing uit te voeren
Kijk ook naar de vrijetijdsactiviteiten van het kind, naar het behoud van het sociaal netwerk
Waar gaat het kind naar school
Bij voorkeur blijft dit dezelfde school maar een school is niet 15 jaar dezelfde: er is de kleuterschool, lagere school, middelbare school.
Beschikbaarheid van de ouders
Het feit dat de ene ouder meer of langer werkt dan de andere ouder is geen uitsluitingscriterium voor verblijfsco-ouderschap. Opvang van kinderen in de nabewaking of door een derde is op zich niet het punt, wel is het niet de bedoeling dat dat een derde (Nanny of onthaalmoeder of een grootouder) de zorg voor het kind volledig overneemt. In elke verblijfsregeling maar zeker in verblijfsco-ouderschap, moet elke ouder zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen.
Leeftijd van het kind
Dit is een moeilijk punt. Ik verwijs in dit verband steeds naar de hechtingstheorie met een bijzondere impact voor de latere ontwikkeling van het kind op sociaal, emotioneel en psychisch vlak. Met kinderen jonger dan 3 jaar dient dus rekening gehouden met een veilige hechtingsrelatie. Een kind kan verschillende hechtingrelaties hebben maar de primaire hechtingsfiguur voor kinderen beneden drie jaar is de moeder. Daarom dat ik voorstander ben van een groei-verblijfsregeling die mee-groeit met de leeftijd van het kind.
De mening van het kind
Moet afhankelijk van de leeftijd een plaats hebben. Dit wil echter niet zeggen dat een kind ‘beslist’ maar wel zijn stem laat horen. De mening van kinderen in de verblijfsregeling doet er wel degelijk toe.
Het algemeen welzijn van het kind
Een kind kiest niet voor een scheiding van vader en moeder. Het dient dan ook maximaal gevrijwaard van nadelige gevolgen. Behoud van stabiliteit en structuur zijn dan ook aandachtspunten in een verblijfsregeling
Kwaliteit van communicatie tussen de ouders
Een voortdurende dialoog tussen beide ouders in een blijvend contact met elkaar is nodig.
Flexibiliteit
Is een zeer belangrijk item in een verblijfsregeling, en eigenlijk het uitgangspunt. Als vader en moeder flexibel zijn dan is er veel mogelijk. Als de verblijfsregeling de ‘kooi’ is en ‘het strikte kader’ dan gaat het over ‘naleven’ en ‘zo staat het op papier’. Zowel vader als moeder hebben belang bij een flexibele toepassing van de verblijfsregeling. In een strijd zien ouders dit niet altijd zo, maar al snel ondervinden ze het belang van flexibel zijn wat niet synoniem is met toegeeflijk. In deze is ‘geven en nemen’ geen goed uitgangspunt, wel ‘geven en krijgen’.
Het hoeft geen verder betoog dat een goede echtscheiding een echtscheiding is met een goede overeenkomst. Belangrijk hierbij is dat er dus gewerkt wordt aan een gedetailleerde uitgewerkte regeling zodat door de duidelijkheid toekomstige spanningen en ruzies worden voorkomen. Minder conflicten voor ouders en kind, heeft alleen maar positieve effecten voor iedereen.