Ik moest het weten. Zoveel had ik gehoord. De verhalen lagen 180 graden uit elkaar. Nachtenlang heb ik wakker gelegen, gepuzzeld. Zo erg dat ik op school op mijn kop kreeg omdat ik mij niet kon concentreren. Het was een 24/7 bezigheid.
Iedere keer hoorde ik weer iets nieuws, of ik dacht iets nieuws te horen. Vaak durfde ik er niets over te vragen. Het vulde mijn hoofd. Soms kon ik het even uitzetten. Vooral als ik met dieren bezig was. Paardrijden vooral. Die twee uurtjes per week dacht ik er niet aan.
Anders wel.. continu een zoektocht naar de waarheid. Met niemand deelde ik wat mij bezighield. Want hoe zouden ze anders over me denken. Zouden ze mij paranoia vinden?
En zeker met de hoofdrolspelers in dit verhaal deelde ik mijn gedachten niet. Daar luisterende ik naar en zij praatten met mij. Papa over zijn verhaal, mama over haar verhaal. Beiden waren slachtoffers van de andere, zo lieten ze mij weten. Zo stelde ik het me dan ook voor. Maar als ik films mag geloven: waar was dan de dader? Was ik dat? Of die nieuwe liefde van mama, of die van papa. Diverse scenario’s hebben de revue gepasseerd de afgelopen jaren.
Wat was ik blij dat ik het huis uit kon, op kamers. Ik besliste om zo weinig mogelijk terug naar huis te gaan. Welk huis, welk thuis? Twaalf jaar zijn ze uit elkaar en nog steeds geen goed woord over ‘die ander’. Soms heb ik zin om te roepen “get a life” maar dat durf ik niet. Want ik wil ze niet kwijt, niet nu. Ik heb hun geld nu nodig… Alleen hun geld, of ook hun liefde? Het geld krijg ik en daar denken ze me mee af te kopen.
Toch herinner ik het me nog goed. Twaalf was is. Kerst en Oud en Nieuw. Alle kinderen keken ernaar uit. Ik niet. Ik had alle ruzies opgevangen. Zelfs de rechtsgang. Want geen van beiden wilde mij met Kerst. Ze hadden namelijk andere plannen. Nooit heb ik ze laten weten hoe ik mij voelde op dat moment. Verloren. Niet gewenst. Papa wilde mij minder dagen, en mama ook. Had ik toen maar de ballen gehad om weg te lopen.
Weglopen … iets wat ik nu doe door op kamers te zitten, maar echt zeggen wat ik wil, durf ik niet.
Wel heb ik onlangs dossiers opgevraagd bij instanties. Nachtenlang heb ik weer verhalen gelezen. ‘Een dossier’ dat ben ik, ook voor mijn ouders. Een dossier tegen de andere, een object, een ding dat je gebruikt om de ander een hak te zetten. Beiden zwelgend in hun eigen verhaal, hun medeleven.
Negentien jaar ben ik nu, de verhalen uit de dossiers lezend, weet ik niet eens meer wat ik wil en misschien ook niet wie ik ben. Is een relatie aangaan wel gezond? Ik lees de kilometer dikke verhalen: 1 bak vol ellende. Ben ik die ellende? Heb ik dat veroorzaakt? De stukken uit de rechtbank zijn nog wel de ergste. Ze maken elkaar met de grond gelijk. En waarom?
Waarom?
Extra geld, mij de ene keer meer en de andere keer minder zien. Verhuizen naar Verweggistan. Op welke school ik zit. Alsof ik er niet toe doe. Toen niet, en na al die jaren nu nog niet. Want het enige dat ik hoor is “waarom ga je daar nog heen, naar die vader”.
Gunfactor – van mij toch
Jaren later gun ik andere kinderen het begrip dat zij er niets aan kunnen veranderen. Overtuigd ben ik er wel van dat ouders dat wel kunnen. Als ze willen, hulp krijgen en willen accepteren dat het om hun kind gaat en niet om hen. Ook al sta je voor de rechter, maak elkaar niet af, blijf bij de feiten. Soms win je, soms verlies je. Maar het gaat niet om die “je“ uit de vorige zijn. Het gaat om mij… dat kind dat niet verscheurd wil worden, en dat jaren na de scheiding zeker niet de gruwelverhalen wil lezen van hoe de scheiding is verlopen. Ik zou willen dat wat ik gelezen had pure Science Fiction was. Maar helaas, dit zijn de ouders van toen en waar ik nu verder mee moet. Ik lees het met schaamrood op de wangen…. En zij schamen zich nog steeds niet.
Daarom de oproep aan de ouders, alles wat je zegt en schrijft of laat opschrijven… weet dat jullie kind het ooit leest. Durf je dan nog op ‘send’ te drukken?
Verhaal vanuit het perspectief van Karel, 19 jaar. 12 jaar lang – en nog steeds – onderdeel van een complexe scheiding.