Deze blog betreft een fictieve casus en is gebaseerd op vraagstukken omtrent de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
Je komt voor de vierde keer mijn ruimte binnen. Nog steeds op je hoede. Je kijkt me aan en glimlacht voorzichtig. Je kijkt niet om naar je moeder. De vorige keer ook niet naar je vader. Je ontwijkt hen allebei.
Je hebt mij de vorige drie sessies laten merken dat je iets met je meedraagt. Door middel van spel heb je aangetoond dat er een geheim is. Ik als jouw Kindbehartiger probeer je te laten merken dat je mij mag vertrouwen. Je aarzelt.
Toch zit je wat dichterbij dan de andere keren. Je gezichtsuitdrukking is gelaten. Je lijkt wat witjes en hebt kringen onder je ogen. Ik maak mij zorgen om jou. Veel zorgen.
Vanuit de afgelopen gesprekken heb ik zorgen uiteen gezet. Hypotheses op papier gezet om deze te toetsen.
Je sluit je af voor bepaalde onderwerpen.
Je kijkt dan naar de grond. Zegt niets meer en draait rondjes met je vingers.
Wat moet ik doen? Mijn gedachten schieten allerlei kanten op.
Ik wil je een vraag stellen. Ik zoek naar de woorden.
Het gaat om die vraag, over mishandeling of misbruik. Die vraag of jij je wel veilig voelt. Die vraag of iemand jouw lichamelijke of geestelijke grens over is gegaan of nog gaat. Die vraag of iemand jou pijn gedaan heeft of nog doet.
Ik aarzel. In een flits gaat door mijn hoofd dat ik het mezelf nooit zou vergeven als ik het je niet zou vragen. Want als er iets is… en iedereen om jou heen aarzelt…. en het stellen van de vraag hierover laat liggen. Wat gebeurt er dan met jou?
Jij bent nu bij mij. Ik ben er voor jou.
Ik heb zorgen.
Ik werk volgens de Meldcode.
Ik voel de kwetsbaarheid van een kind willen beschermen maar ook openheid willen bieden richting een kind.
Ik buig wat naar jou toe maar bewaak de veilige afstand tussen ons. Die heb ik geleerd aan te voelen bij je.
Ik kijk je even aan. Ik adem diep in en zeg dat er van alles door mijn hoofd gaat. Dat je dat vast aan mij ziet. Dat ik nadenk over wat je hebt gezegd. Dat je meerdere keren hebt gesproken over plaatjes die je op school of andere plekken in je hoofd ziet. Die je parkeert. Hoe je lichaamstaal dan verandert. Wat er met je gezichtsuitdrukking gebeurt. Ik zeg dat ik eerlijk wil zijn en wat vragen wil stellen.
Ik zie je blik. Er hangt een bepaalde spanning in de ruimte maar tegelijkertijd is er rust. Dit is het moment.
Je kijkt mij aan. Er rolt een traan over je gezicht. Je pakt een pen en schrijft twee woorden op: ‘pijn’ en ‘bang’.
We wisselen een blik. Jij weet dat ik het weet en ik weet dat jij weet dat ik het weet.
De verdere inhoud van de sessie wordt vanwege de privacy van het kind niet weergegeven.
Dit artikel is bedoeld om inzicht te geven in de spagaat die professionals kunnen voelen bij het werken met de Meldcode, het constateren van zorgen en deze bespreekbaar maken.
Ik zou daarom elke professional een hart onder de riem willen steken en mee willen geven om het gesprek te durven voeren. Vanuit oprechtheid naar een kind.
Want wat als er iets is… en iedereen om het kind heen aarzelt…. en het stellen van de vraag hierover laat liggen. Wat gebeurt er dan met het kind?
MiA
27 juli 2019 @ 20:25
Ik ga uit van niets minder dan goede bedoelingen… alleen dat wat er in de titel wordt aangegeven, wordt niet geleverd. Welke vraag? Welke vraag zou je moeten stellen? Zolang het rechtsssysteem van nu de kinderen in vechtscheidingen zouden moeten redden, weet ik uit eigen ervaring dat die kans nagenoeg nihil is. Ik maak mij als moeder enorme zorgen over dit thema en de beschadigingen die het huidige rechtssysteem en dat van de geestelijke gezondheidszorg deze ‘gescheiden’ kinderen ongewild toebrengt. Niets liever zou ik daar een diepgaande, oprechte dialoog over aangaan. Wie gaat dat met me aan?