Ik ben gezegend met drie kinderen die niet te beroerd zijn mij van feedback te voorzien.
En hoewel niet altijd makkelijk, moedig ik hen hier in aan. Omdat ik het belangrijk vind om te weten hoe zij de dingen wèrkelijk ervaren.
Zwijgend met blikken of in daad en woord; ze laten het mij weten.
Vooral waar het de omgang van hun vader en mij onderling betreft, zijn ze behoorlijk scheutig met het direct terugkoppelen van de bevindingen. Want hun verwachtingen op dit vlak zijn rechtvaardig doch eenduidig en streng: “Jullie wilden dit, vroegen ons niets en maakten jullie pijn de onze, dus júllie zorgen er maar voor dat wij er zo min mogelijk van merken!”
Ik kan mij dit goed voorstellen en vind het zinvol. Het houdt mij scherp.
Maar soms voel ik hierdoor ook weinig ruimte voor enige trial and error. Want de emoties bij een scheiding kosten tijd. Niet dagen of weken. Nee hoor, gewoon keihard járen! De irritaties die er waren zijn heus niet allemaal weg. En de pijn die er zat lost stapje voor stapje op maar ook niet sneller dan dat. Oude boosheid of verdriet doen daardoor soms nog wel eens een vlammetje in een pan schieten.
“Jullie wilden dit, vroegen ons niets en maakten jullie pijn de onze, dus júllie zorgen er maar voor dat wij er zo min mogelijk van merken!”
Dus laatst toen hun vader en ik een kleine woordenwisseling hadden en al in de tweede zin afgekapt werden met een: “Neehee, jullie mógen geen RUZIE maken, praat NORMAAL!!”, ging ik er toch even tegenin.
“Jongens, wij mogen het echt wel eens met elkaar oneens zijn. Papa’s en mama’s die nog wel samen zijn, hebben dat ook zo vaak. Dit is geen ruzie, dit is een meningsverschil.”
En eindigde met een bemoedigende glimlach: “Jullie weten toch dat er niets ergs door gebeurt, want we zijn al uit elkaar. Toch?”
Mij leek dit een logische gedachte. Maar hij bleek vooral bijzonder logisch vanuit de onervaren ratio.
De jongste keek mij onbewogen en met grote ogen aan, kneep ze toen even samen en zei: “Maar mama. Elke keer als jullie zo met elkaar praten dat het lijkt alsof er misschien ruzie komt, denk ik aan dat moment dat jullie het vertelden…”
En terwijl hij mij aan bleef kijken, rolde een grote, stille traan over zijn wangetje.
…
Verdorie. Ja, feedback. Ik geloof erin.