Raar hoe dat werkt. Ik wilde jullie al veel eerder schrijven. Die eerste kerst alleen ging ik namelijk helemaal rocken.
Ik had er zin in. Lekker tutten, tijd voor mezelf. Helemaal in de flow waar ik in zat. Lief zijn voor mij. Ik ging mezelf eens goed verwennen met kerst.
Tot de mokerslag binnenkwam. Hard ook. Ik was niet zomaar alleen met kerst. Mijn kinderen waren voor het eerst in mijn leven als moeder niet bij mij. Én ze waren wel bij ‘haar’! Dat ook nog. De vriendin van mijn ex zou gezellig kerst gaan vieren met míjn kinderen. De knoop in mijn maag lag er meteen stevig in.
Ja, nu kon ik geen blog meer schrijven over hoe stoer ik alleen kerst ging vieren. Om jullie nu in de aanloop naar al die gezelligheid lastig te gaan vallen met mijn knoop, ik kon het niet. Iets in me zei dat er nog iets zou veranderen. Dat deed het…
Een vriend van me, gescheiden en vader, zou ook alleen zijn met kerst. Hij belde me en stelde voor kerstavond en eerste kerstdag samen door te brengen. Andere vrienden van me opgelucht want ik kon toch niet alleen zijn met kerst!
Alle andere uitnodigingen had ik al afgeslagen. Er is maar een ding vervelender dan alleen zijn en dat is het vijfde wiel aan de wagen zijn. Dat staat garant voor eenzaamheid in gezelschap. Dan liever alleen.
Alleen ging ik niet meer zijn. Super! Ik had er weer zin in. Nu kon ik jullie schrijven. Weer deed ik het niet. Raar.
Kerst brak aan, kerstavond was gezellig. Op de bank met zelfgemaakte sushi samen all you need is love kijken. Aan het eind van de avond besloot mijn gast toch naar huis te rijden. Uhhhh, ja, nee, tuurlijk….
End of story, daar zat ik dan, op eerste kerstdag. Alleen met mijn warme croissants, gekookt eitje en verse jus. Ik voelde me stoer. Ik kon dit. Na het ontbijt pakte ik de laptop en ging schrijven. Een mooi moment om het jaar terug te kijken.
Ik wilde nog gaan wandelen. Dat was waarschijnlijk een goed idee geweest. Even een frisse neus. Ik deed het niet. Ik voelde mezelf wegglijden.
Koken, voor mij alleen. Ik opende de koelkast om de champignons te pakken. Toen gebeurde het, ik brak. Die stomme dingen had ik de dag daarvoor stralend wit gekocht en nu lagen ze bruin en bedorven in het blauwe bakje. De metafoor was te treffend.
Daar zat ik dan. Eerste kerstdag, op de bank, met mijn bord op schoot. Gebakken aardappeltjes en biefstuk zonder champignons. Ik voelde me verdrietig en alleen. Dit was niet stoer. Dit was gewoon helemaal niet leuk. Gatverdamme.
Ik ben vroeg gaan slapen die avond. Dat gevoel ging niet meer weg. Ik wist dat ik de volgende ochtend vroeg mijn kindjes op mocht gaan halen. Dan zou ik ‘haar‘ ook voor het eerst ontmoeten. Dat ook nog.
De volgende ochtend stond ik op. Ik had het overleefd. Die eerste kerst alleen. Ik mocht mijn liefjes gaan ophalen en mijn kerst met ze gaan vieren.
Ik heb haar ontmoet. Ja, die aanhalingstekens laat ik weg vanaf nu. Ze is hartstikke lief. Lief voor mijn kinderen en lief voor de man waar ik zo lang zoveel van gehouden heb. Ik kon alleen maar liefde voelen.
Ik sloot mijn kindjes weer in mijn armen en ben een heerlijke tweede én derde kerstdag met ze gaan vieren. Ik heb me te pletter genoten. Heb ik die kerst toch maar mooi gerockt, geheel op eigen wijze.
Foto: Vince Cremers