Wat kijk je verdrietig. En een beetje schichtig en beschaamd.
En wat kan ik me dat goed voorstellen. Zou ik ook hebben als ik jou was geweest. Zo klein, ik denk dat je 6 bent of misschien pas 5, tussen twee best grote mensen die zo hard tegen elkaar staan te schreeuwen op straat.
Zijn zij jouw papa en mama?
Ik zie dat jij mij ziet kijken. Heel even kijk je me recht aan en mag ik de diepte zien van jouw lieve oogjes. Dan net zo snel gaat er een gordijn overheen. Dicht gaan ze en weg kijk jij.
Wat zou ik jou graag een aai over je in de wind dansende krullen-bolletje geven.
Je zet een voorzichtig stapje, twijfelend over of je dichter naar het lawaai toe zal gaan of juist liever wat verder er vanaf. Je staat al een beetje op straat. En, oh jee, je struikelt in je ongemakkelijke beweging over je eigen voetje en komt daardoor verder de straat in gevallen.
Ik zie de auto, geef een waarschuwende roep en maak daarbij een zwaaiende beweging met mijn boodschappentas. Alles valt op de grond. De grote mensen stoppen nu even met schreeuwen en je papa pakt jou gelukkig net op tijd bij je arm. Opgelucht haal ik adem. Wat zal jouw mama blij zijn dat je weer veilig naast haar staat.
Maar ik snap het ook als jij nu niet zo goed begrijpt waarom je papa tegen jóu begint te schreeuwen. En daarbij heel hard aan je armpje trekt. Dat doet vast pijn. Ik denk dat hij misschien erg is geschrokken. En ik denk ook dat hij je direct heel veel kusjes en knuffeltjes geeft. En lieve woordjes als troost. En anders doet je mama dat zeker. Zij is wel ineens weggelopen maar ze komt vast zo terug. Hoop ik.
Eigenlijk wil ik aan je papa vragen of hij stopt met tegen jou te schreeuwen. En jou vertellen dat het allemaal heus goed komt. Maar ik weet niet hoe. Ik denk dat ik bang ben dat je papa tegen mij gaat schreeuwen. Dus ik zeg niets. En dat voelt rot. Ik heb er zelfs een beetje buikpijn van.
Ik raap mijn spullen van de grond en doe ze weer in mijn tas. Ik kijk nog even naar je. Jij kijkt niet meer terug.
Wat hoop ik dat iemand jou vandaag nog gaat vertellen dat er heel veel van jou gehouden wordt. Gewoon omdat jij bent wie je bent. Een lief, klein, blond meisje met huppelende krullen.
En nu wil ik graag naar huis. Naar mijn eigen kinderen. Om hen te vertellen hoe ontzettend veel ik van ze hou. Gewoon. Daarom.
Dag meisje.