Kinderen moeten zich ‘in het geheim kunnen uitspreken’ of ‘ kinderen moeten anoniem gehoord worden’ of ‘kinderen krijgen stemrecht bij scheiding’.
Slechts enkele titels die in kranten en magazines verschenen. De titels en de teksten van de artikels wekken ten onrechte de indruk dat dit al het geval zou zijn! Daarom goed om weten: het is de persoonlijke mening en (lovenswaardige) overtuiging van Minister van Justitie Geens. Maar het is dus nog geen regelgeving! Immers: een werkgroep zal zich over dit idee buigen, en dit zou dan het voorwerp uitmaken van een wetsontwerp. Het duurt dus nog wel even voor het zover is…, als het al zover komt. Er zijn nog ministers geweest die werk zouden maken van de pensioensplit, van een uniform systeem voor het berekenen van onderhoudsgeld, het herzien van het onderhoudsgeld voor een partner, het volledig gelijkstellen van wettelijk samenwonen en huwelijk,… Gerede twijfel is ook hier dus op zijn plaats.
Als ouders er niet in slagen om samen tot een overeenkomst te komen (waarbij de kinderen afhankelijk van hun leeftijd ook betrokken worden), dan zijn ze aangewezen op een rechtsgang en finaal een uitspraak van de rechter. In zo’n proces kunnen kinderen worden gehoord door de rechter of door een persoon die de rechter daartoe aanstelt.
Kinderen zijn loyaal
De idee op zich is goed maar er zijn nogal wat randbemerkingen, die in die werkgroep onder meer allicht ter sprake zullen komen. Kinderen zijn loyaal en kiezen niet voor vader of moeder, tenzij er sprake is van fysisch of psychische mishandeling. Maar kinderen hebben het ook moeilijk om naar een ouder te gaan die niet naar hen omkijkt, die geen tijd maakt voor hen, die aan de drank of de drugs is, die alleen aandacht heeft voor de kinderen van de nieuwe partner. Tal van situaties die kinderen het moeilijk maken om te ‘genieten’ van het samenzijn met een ouder naar waar ze ‘naartoe moeten omdat het zo in de verblijfsregeling staat geschreven’.
Bij vechtscheidingen is er nog geen overeenkomst en is het aan de familierechter of de rechter van de Kamer van minnelijke schikking om een beslissing te nemen. Rechters doen dit niet zo maar; ze informeren zich en horen soms/vaak kinderen. Thans is het zo dat kinderen vanaf 12 jaar kunnen worden uitgenodigd door de rechter om te worden ‘gehoord’. Kinderen beneden 12 jaar kunnen vragen om gehoord te worden… Op zich al raar dat jongere kinderen zelf moeten vragen om gehoord te worden.
Maar eens gehoord komen de verslagen hiervan in het dossier van de scheiding terecht en zijn ze dus ook ter inzage van de ouders. Zo lezen ouders in scheiding wat hun kinderen (over hen) hebben gezegd, en wat ze zelf graag zouden willen.
Vertrouwelijke informatie niet toegankelijk voor ouders
Minister Geens is de mening toegedaan dat hieraan paal en perk moet worden gesteld en dat de inhoud van deze gevoelige gesprekken vertrouwelijk moet blijven. Maw niet langer deel zal uitmaken van het dossier. Zegt de minister: “Nu vreest een kind vaak dat het één of de beide ouders zal ontgoochelen. Het is de bedoeling de verklaring van het kind in de toekomst niet meer bij het dossier te voegen zodat het kind niet meer hoeft te vrezen voor wat zijn ouders van het gesprek zullen denken. ‘Een kind moet zonder angst kunnen spreken met een rechter.”
Bijkomend is de minister van oordeel dat de oproepingsbrief toegankelijker met worden en wil hij ook de hele (scheidings)procedure ingekort zien. Over dit laatste zegt advocaat Roel Janssens het volgende: “Als ex-advocaat zou de minister toch vertrouwd moeten zijn met het recht op verdediging? Kan hij er dan ook voor zorgen dat er magistraten zijn die wél willen luisteren naar raadslieden en dus niet een familiedossier op 3 maanden zetten? Zoiets heet niet inkorten, maar efficiëntie”.
Geef bemiddeling kansen – De beste regeling is deze die ouders samen overeenkomen, met het belang van de kinderen voor ogen.
Niet alles is bemiddelbaar maar wordt bemiddeling maximaal gebruikt om rechtszaken en opgelegde vonnissen te voorkomen? De beste regeling is deze die ouders samen overeenkomen, met het belang van de kinderen voor ogen. Daarom dat bemiddeling meer bekend moet worden en dat ‘alle’ gerechtelijke arrondissementen er een erezaak zouden moeten van maken om voorrang te geven aan bemiddeling. Eens te meer is het kloppen op dezelfde nagel: bemiddeling meer bekend maken, en dus vóór een procedure wordt gestart voor de rechtbank. Maar laat dat nu net zijn wat men vorig jaar met de start van de familierechtbanken niet heeft (willen?!) voorzien.
Welke ouder wordt beter van vechten voor de rechtbank?
Liever gokken op een positief opgelegd vonnis of toch maar samen kiezen voor onze oplossing?