Als ik zeg dat ik mijn hart vasthield, bedoel ik dat in dit geval letterlijk.
De vriendin van mijn ex was voor het eerst bij hem terwijl de kinderen daar ook waren. Ze gingen een gezellig middagje/avondje met elkaar hebben. Dat werd mij in de ochtend medegedeeld en hoewel ik haar een aardig iemand vind en mijn kinderen dit ook weten en ik voor ieders bestwil hoop dat zij haar ook leuk vinden, voelde het alsof mijn hart wegzakte. Richting maag en dieper.
Wat viel mij dit zwaar zeg. Wat heb ik op mijn handen moeten zitten om mijn dochter niet te appen dat, als er ook maar íets was, ze naar mij mocht komen. Wat heb ik op mijn kiezen moeten bijten om niet allerlei narrige berichtjes te sturen, gewoon omdat ik er zo’n rotgevoel bij had en dus wilde dat anderen zich ook rot voelden. In ieder geval niet blij. Niet zonder míj erbij…!!!
Daar zat dus iemand anders. En nu echt. Op míjn plaats. Naast mijn kinderen. Leuk te zijn.
Heel onberedeneerde angst trok door mijn lijf. Voor verlies. En voor afgaan. Voor vergeten worden. En ook verdriet, voor wat was en nu niet meer.
Het lukte me om stil te blijven. Niet(s) te doen. Letterlijk niet, want ik was voor even totaal verlamd. Maar ik heb mezelf steeds voorgehouden: “Het is goed zo. Dit is fijn voor de kinderen. Denk aan je kinderen.” En dat werkte. Het lukte me om grootser te zijn dan ik zelf dacht dat ik zijn kon.
Gelukkig liep ik eind van de dag mijn vriendin tegen het lijf. Zij zag dat er wat was. Dus ik vertelde het terwijl de tranen over mijn wangen liepen. Dat was fijn, dat ik heel even gewoon tegen iemands schouder verdrietig en bang kon zijn. Iemand anders dan ikzelf die me vertelde dat ik sterk was en dat het goed was zo.
En zo zijn we weer een stapje verder in dit loodzware proces…