Gek. Terwijl ik stik-gelukkig ben, ineens in een bui terechtkomen, of misschien is het meer een emotie of gevoel, die het tegenovergestelde zou laten denken.
Als je ‘boe’ tegen me zegt, ga ik al huilen. Mijn jongste zoon vroeg me net: “Mama, waarom zie ik tranen in jouw ogen?”
Ik hang aan een soort parachute van gevoelens. Ik heb ze, ze houden me in de lucht maar tegelijkertijd voel ik dus geen grond onder mijn voeten. Overall voel ik me blij en gelukkig. Over dingen die onverwachts gaan zoals ze gingen: een heerlijke man ontmoeten, een gezin dat bij tijd en wijlen dus heel groot is, kinderen van twee gezinnen die af en toe ineens met elkaar te stellen hebben en waar dat gelukkigerwijs goed uitpakt. Nieuwe kinderen om me heen die ik heel lief vind. Ik hoop maar zij mij ook.
En daar begint het misschien. Het ongrijpbare. Vinden zij mij wel echt leuk? Durven zij zich wel uit te spreken of doen ze uit veiligheid sociaal gewenst? Zijn ze niet gewoon heel beleefd, zo opgevoed, maar vinden ze niet eigenlijk heel iets anders? Hoe ervaren zij het nou echt? Etcetera. Natuurlijk vraag ik het af en toe voorzichtig, en natuurlijk zeggen ze dan dat het goed gaat en dat ze het allemaal leuk vinden.
Echt doorvragen doe ik niet, durf ik niet, wil ik niet. Voor hen niet. Ze hebben het in hun loyaliteitsverscheuring jegens hun vader en moeder al pittig genoeg. Ik wil daar geen extra bijdrage aan leveren. Dus loop ik af en toe op eierschalen of zet een klein muurtje op waarbinnen ik me veilig voel. Ik merk dit mechanisme. Ook ík wil niet gekwetst worden.
Kennelijk heb ik een heel sterke behoefte naar de zekerheid lief gevonden te worden. Aanvaard en geaccepteerd te worden, voor wie ik ben. Zoals ik ben. En ik weet nu niet of dat zo is. Dus dit maakt mij af en toe onzeker en wiebelig. En het maakt ook dat ik mijn eigen kinderen minder ruimte geef in hun gedrag naar mij.
Hún onvoorwaardelijke liefde wil ik nu zeker voelen, zien, merken. Ik wil dat afdwingen. Dat werkt natuurlijk niet. Zij zetten zich als reactie tegen me af. Ondanks dat ze ook merken dat ik in de knoop zit. En dan geven ze me een dikke vette knuffel, die mijn hartje doet overstromen. En dan krijg ik weer tranen…
Mijn impulsen, mijn probleem. Kinderlijk. Menselijk ook. Ik zou het wel graag anders zien alleen dat lukt me even niet. Ook ík wil gewoon lief gevonden worden.
Waarschijnlijk kan ik niet anders dan het laten. Laten gebeuren, het er eventjes laten zijn. En lief zijn voor mezelf.