Als NEO Bemiddelaar zien we het ook als onze taak om ouders die met ouderverstoting te maken krijgen, verdere wegen te wijzen. Zelf kunnen we als bemiddelaars maar iets doen als alle betrokkenen bereid zijn om samen in gesprek te gaan.
LET OP: DIT ARTIKEL IS VAN TOEPASSING OP BELGISCHE WETGEVING.
Maar het dient gezegd: bemiddeling omtrent ouderverstoting komt in onze praktijk niet veelvuldig voor en dit omwille van het feit dat één ouder op de rem gaat staan, waardoor een samen-gesprek niet mogelijk is en we genoodzaakt zijn de ouders door te verwijzen. Er zijn echter maar weinig alternatieven:
- Vertouwenscentrum Kindermishandeling: een Centrum voor kindermishandeling, gemandateerd door de Vlaamse regering. Een ‘verstoten’ ouder neemt contact op met dit Centrum. Een hulpverlener tracht de ouders in een gesprek bij elkaar te brengen. Deze procedure geeft een (gebroken) gezin een laatste kans om binnen vrijwilligheid, samen met hulpverleners, iets aan hun situatie te doen. Wanneer dit niet lukt heeft het Vertrouwenscentrum het mandaat om het dossier over te maken aan het Jeugdparket, dat een jeugdrechter kan vorderen. Jammer genoeg duurt het enige tijd alvorens de Jeugdrechtbank gevolg kan geven aan het hen overgemaakt dossier. Meer info vindt je via deze link
- Rechtstreeks via een advocaat gespecialiseerd in familiezaken – jeugdrecht.
Wat verstaan we onder ouderverstoting?
Op 25 april organiseerde het recent opgerichte “Steunpunt Ouderverstoting” het interessante Intersectoraal en Interdisciplinair Congres “Een kind heeft recht op beide ouders”. Zes sprekers belichtten het thema vanuit diverse oogpunten. Waardevol en een pluim voor de organisators die zich met dit Congres meteen op de sociale kaart van Vlaanderen hebben gezet. Via deze link vind je deze interessante vereniging.
Uiteraard kwam tijdens dit Congres ook Dr. Richard A. Gardner ter sprake. Deze gerenomeerde specialist omschrijft ouderverstoting als volgt:
“Het ouderverstotingssyndroom is een afwijking bij kinderen die zich bijna uitsluitend voordoet bij conflicten rond ouderlijk gezag. Primair kenmerk is de lastercampagne die het kind voert tegen een goede liefhebbende ouder, een campagne waar geen geldige reden voor is. Het is het resultaat van de combinatie van de indoctrinatie van een programmerende (hersenspoelende) ouder en de eigen bijdragen van het kind aan de verkettering van de ouder die het doelwit is. Als er sprake is van echte mishandeling, kan de vijandschap van het kind terecht zijn, waardoor een categorisering onder ouderverstotingssyndroom niet van toepassing is.”
Betrokkenen zijn een verstotende of programmerende ouder, die alle contacten van het kind wil afbreken met de andere ouder, een verstoten ouder. Doorgaans gebeurt dit na een scheiding door een niet-inwonende ouder en het kind zelf; kind dat na een hersenspoeling door de verstotende ouder bewust en radicaal meewerkt om de verstoten ouder uit zijn of hun eigen leven te bannen.
Het verstotingsproces voltrekt zich in een moeilijke periode van het ouderkoppel in de aanloop van een scheiding, tijdens de procedure van de scheiding en uiteraard ook na de scheiding als de andere ouder elders woont en poogt contact te houden met het kind.
Het komt doorgaans voor als er betwisting is bij een scheiding over het ouderlijk gezag over de kinderen. Naargelang van de leeftijd van de kinderen en van de graad van verstoting is het fenomeen omkeerbaar, moeilijk onder controle te krijgen of wordt de verstoting definitief. In de meeste gevallen (85 %) zijn het de moeders die het verstotingsproces opzetten, maar het kunnen evengoed de vaders zijn als de omstandigheden voor hen daartoe aanleiding kunnen geven.
Welke karakteristieken van ouderverstoting zijn duidelijk herkenbaar?
Gardner omschrijft acht kenmerken van ouderverstoting, ze zijn de zichtbare verschijnselen van het geïnternaliseerde disfunctioneren van het gezin. De acht kenmerken werden tijdens het Congres door Kinderspsycholoog Ludo Driesen gekruid met voorbeelden. Deze acht kenmerken kunnen worden gebruikt om te bepalen of er wel of geen sprake is van Ouderverstoting. Hierna een tijdens het Congres becommentarieerde opsomming van de kenmerken van Ouderverstoting:
- afwijzigings- of minachtingscampagne tegen de ouder waar het kind niet (dagelijks) verblijft– Er wordt een lastercampagne gevoerd om de (verstoten) ouder in een negatief daglicht te stellen
– Het kind gaat de ouder daardoor als slecht en gevaarlijk zien
– Van de kant van het kind ontstaat een campagne van afwijzing. Een klachtenlitanie ontstaat. “Hij heeft me geslagen !”Mij blijft maar één ouder over”.
- zwakke of onzinnige redenen voor deze minachting – Bij het kind komt absurde frivole rationalisering tot uiting : “Papa maakt geluiden bij het eten”. “Hij spreekt altijd van Formule 1” “Hij kijkt altijd TV”. “Hij vertelt mij verschrikkelijke dingen”. “Hij heeft mij pijn gedaan aan mijn knie”.
– Een klets of kleine feiten worden uitvergroot en versterken de lastercampagne.
- het ontbreken van ambivalente gevoelens (de ene ouder is louter goed, de andere louter slecht) – Bij het kind ontstaat een gemis aan ambivalentie. “Hij is de slechtste man ter wereld!”. “Bij hem heeft het kind nog niets goeds meegemaakt”.
– Nuancering maakt geen kans
- een nageprate ‘geheel eigen mening‘ van het kind – Dan is er het verschijnsel van de onafhankelijke of vrije denker. Het kind zegt : “Het is mijn beslissing dat ik niet meer naar mijn moeder ga“.
– De verstotende ouder ondersteunt die uitspraak : “Ik respecteer het daarin.” Die ouder moedigt het kind aan om te zeggen dat de andere ouder niet deugt.
– Professionelen en rechters die dat fenomeen niet kennen, lopen erin.
- reflexmatige steun aan de status-quo-ouder in het ouderconflict– De kinderen krijgen de belangstelling van de ouder waar ze verblijven. Ze worden de “kleine helper”.
– Zo kan het dat een kind documenten steelt bij de (verstoten) ouder. Ze bespioneren de andere ouder.
- afwezigheid van schuldgevoelens – Bij het kind is er afwezigheid van schuldgevoelen. Het spreekt de terdoodveroordeling uit van de verstoten ouder. Die verdient in de ogen van het kind de doodstraf.
- letterlijk citeren van onbegrepen woorden – Dan is er het verschijnsel van de geleerde les. Kinderen gebruiken een volwassen taal, zelfs de taal van de grootouders.
– Zo is bvb het kind steeds en helemaal op de hoogte van wat er in de rechtszaal gebeurt. Het kind spreekt bvb over “omgangsrecht”, over “alimentatie” en termen waar het in wezen geen voeling of kennis van heeft.
– Het kind neemt de visie en ook de taal over van de ouder bij wie het verblijft.
- uitbreiding van de vijandschap tot de familie van de gehate ouder– De minachting wordt uitgebreid, ook tov familie van de ‘verstoten’ ouder.
– De wereld van de vader of moeder wordt veroordeeld, ook die van de grootouders van vaders of moeders kant.
Leed voor het kind
Er is het leed voor de verstoten ouder, maar er is ook het leed voor het kind zelf. Leed dat de ouder bij wie het kind verblijft niet ziet of wil zien. Die ouder zelf verblind zijnde door haat en kwaadheid. Enkele elementen van het leed voor het kind:
- Gemis van de andere ouder
– Is er oog voor wat ‘echt’ speelt in het hoofd van het kind?
- Loyaliteitsconflict – het kind zit in de knel
– Vaak gaat het kind later zien/inzien dat het werd misleid en een vader of moeder werd onthouden. Dit geeft verdriet en het sterke gevoel dat het ‘in de knel’ zat.
- Kind heeft angst van de verstoten ouder
– Kind wordt dermate gehersenspoeld dat het een angst kan ontwikkelen voor de ‘verstoten’ ouder. “Wat als ik vader of moeder tegenkom op straat?”
- Bij het kind ontstaat een schuldgevoel
- Een verloren tijd is niet meer in te halen
– al de tijd dat het kind de ‘verstoten’ ouder niet heeft willen/mogen zien, is voor altijd weg.Die tijd is onherroepelijk voorbij.
- Reïntegratieprobleem
– Als er terug contact is met de ‘verstoten’ ouder komt het kind soms in een vreemde omgeving waar het zich niet (meer) thuis voelt. Bvb vader of moeder hebben een nieuw gezin met kinderen die het niet kent, een partner die vreemd is.
Leed voor de verstoten ouder
Uiteraard is er het leed voor de ouder die verstoten wordt.
- Een kind verliezen
– Geen contact kunnen hebben, is frustrerend. Dat gevoel knaagt en vreet aan het ouder willen zijn en niet meer kunnen of mogen ouder zijn.
– Het sterke gevoel van “Ik kon er niet bij”, haalt je als ‘verstoten’ ouder neer. Het onvermogen om ouder te zijn.
- Onbegrip van de omgeving
– “Als het kind niet meer mag komen, dan zullen daar wel redenen voor zijn”. De mening van buitenstaanders snijdt als een mes.
– Ook professionelen zijn soms in dit bedje ziek, aldus L. Driesen.
- Sterk gevoel van machteloosheid
– Niets kunnen veranderen aan de situatie, want elk contact met het kind wordt deskundig afgeschermd door de ouder waar het kind verblijft.
– Het gevoel het allemaal te moeten ondergaan.
- Heb ik het wel goed gedaan? Een passieve houding om het kind de tijd te geven, werkt tegen de ‘verstoten’ ouder.
– Ouder is zich niet bewust van het beginnend contactverlies
– Ouder heeft zich mogelijks te snel neergelegd bij de wens van het kind
– Ouder wil geen strijd via de rechtbank en aanvaardt de situatie hetgeen vaak bij de omgeving de mening versterkt: “Hij/zij geeft het op“.
- Grootouders blijven ook in de kou
– Grootouders die niets met de onmin te maken hebben, delen mee in de klappen en zien hun kleinkind niet meer. Ook voor hen wordt elk contact met het kind afgeschermd.
Leed voor de ouder bij wie het kind verblijft
Hoe kan het dat die ouder ook ‘leed’ ervaart? Toch is het zo, lees maar wat L. Driesen op het Congres hierover heeft gezegd:
- De zorgouder, de ouder bij het kind verblijft, moet krampachtig de situatie bewaken en controleren.
– Constant de focus houden
- Constant blijven indoctrineren en de andere ouder blijven demoniseren
– Vaak wordt het kind afgedreigd: “Als je toch naar papa gaat, dan blijft ge daar maar, je moet niet meer terug komen”.
- Angst voor een eventueel contactherstel
- Op lange termijn krijgt die ouder de rekening
– Het kind wijst de ouder dan op zijn/haar beurt af: “Jij hebt onterecht gezegd dat papa niet goed was”. “Je hebt alle brieven en verjaardagskaartjes achtergehouden”. “Je hebt nooit gezegd dat mama met me conbtact wou hebben, je hebt me onwetend gehouden”.
– Dit kan een dramartisch effect hebben voor het kind, dat zich verongelijkt voelt en een vader of moeder werd onthouden.
– Ook voor de ouder die het kind voor zich alleen wou: het kind verstoot dan die ouder of zet het contact op een laag pitje.
Hoe ouderverstoting meer herkenning en erkenning geven?
Ludo Driesen heeft enkele aandachtspunten opgesomd opdat ouderverstoting zou kunnen worden herkend en als dusdanig ook erkend.
- Er is nood aan meer wetenschappelijk onderzoek
– Over hoeveel kinderen gaat het?
– Welke mechanismen spelen en wat zijn de allereerste symptomen van ouderverstoting?
– Hoe beleven kinderen ouderverstoting (wat maken ze mee?)
- Er is nood aan training en opleiding
– Praten met kinderen die een ouder verstoten is niet eenvoudig en vergt veel dskundigheid
- Er moet worden gesleuteld aan de organsiatie
– Justitie moet snel ingrijpen
– Studie naar de mogelijkheden om snel op de bal te spelen
– Hoe kan een snel antwoord gegeven worden op een hulpvraag van een verstoten ouder
– Op welke wijze kunnen justitie en de hulpverlening structureel en functioneel samenwerken
- Er is nood aan aanpassingen in de wetgeving
Graag verwijzen we naar eerdere blogartikels ivm het thema van ouderverstoting die je kan vinden via blog.
Een nuttig artikel over een Studiedag dd. september 2017 kan, je hier lezen.
In de mate van het mogelijke kan NEO Bemiddeling behulpzaam zijn, maar dan dienen beide ouders bereid te zijn tot een gesprek. in dat geval neem contact op via: NEOBemiddeling.
Fideliz Mediation
2 mei 2019 @ 12:30
“Het ouderverstotingssyndroom is een afwijking bij kinderen die zich bijna uitsluitend voordoet bij conflicten rond ouderlijk gezag”.
Is het niet zo dat het een afwijking is van (één van) de ouders, die hun kind(eren) een stoornis en/of trauma bezorgen?