Kristel Olthoff is sinds 1998 advocaat en gespecialiseerd in het personen- en familierecht. Ze is partner bij het advocatenkantoor D-FOORCE de familierechtpraktijk en houdt praktijk in Bussum. In dit artikel bespreekt ze samenwonen en de partneralimentatieplicht.
Artikel 160 van boek 1 van het Nederlandse Burgerlijke Wetboek (aka 1:160 BW) bepaalt dat het betalen van partneralimentatie eindigt op het moment dat degene die die alimentatie ontvangt, opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel (komtie, want dit is spannend!) gaat samenleven met een ander “als ware zij gehuwd of hadden zij hun partnerschap laten registeren.”
Aansluiting wordt gezocht bij kenmerken van een ‘normaal’ huwelijk. Je kunt je afvragen wat tegenwoordig nou nog een normaal huwelijk is? Vereist is in ieder geval dat sprake is van (1) een affectieve relatie, (2) van duurzame aard, (3) de betrokkenen verzorgen elkaar wederzijds, (4) wonen met elkaar samen en (5) voeren een gemeenschappelijke huishouding.
Tsja, hoe bewijs je dat de ander op die manier met haar (of ‘zijn’ maar dat komt gewoonweg minder vaak voor) nieuwe vriend (of dus vriendin) samenwoont? In de praktijk hoor ik vaak dat de nieuwe partner er dag en nacht is, maar niet op het adres van de ex staat ingeschreven, officieel nog een eigen woning heeft, of doet alsof, want het overleggen van een huurovereenkomst is zo gedaan. Dat samenwonen vindt natuurlijk binnenshuis plaats en dus is het niet zo eenvoudig bewijs te vergaren en bv. foto’s te maken van de vieze onderbroeken in de wasmand en geluidsopnamen van het nachtelijk gesnurk.
Het is dus lastig aantonen dat sprake is van samenwonen en moet je je bewijs zoeken in verklaringen van mensen die bv. kunnen aantonen dat de nieuwe partner elke dag zijn auto daar parkeert en pas de volgende dag weggaat, de vuilnisbakken aan straat zet, en allerlei andere dingen doet als je ergens echt woont. Maar willen de buren dit wel, want ja, een goede buur is en blijft -in dit geval helemaal- beter dan een verre vriend.
Cliënten die er van overtuigd zijn dat de ex samenwoont en dit graag willen aantonen, stuur ik regelmatig naar een goede en betaalbare detective. Zij maakt gedurende een aantal weken foto’s en verslagen van de gang van zaken rondom de woning waarin wordt samengewoond. Wie komt en gaat, het tijdstip van komst en vertrek, de eventuele betrokkenheid van kinderen samen met de nieuwe partner, het aan straat zetten van de vuilnis, de dagelijkse dingen die horen bij een samenwoning. Ook belt ze wel eens aan bij de buren of neemt telefonisch contact op en krijgt via die manier een bevestiging van de samenwoning. Ook kan gesproken worden met de ex-partner van de nieuwe vriend die eventueel kan bevestigen dat hij niet meer in de oude echtelijke woning woont maar bij zijn nieuwe vriendin.
Het komt dus voor dat de rechtbank in een procedure aanneemt dat sprake is van samenwoning als bedoeld in art 1:160 BW en dat betekent dan dat er een definitief einde komt aan de onderhoudsplicht van de alimentatieplichtige.
Een beroep op dit artikel is dan ook zeker niet kansloos, en wordt steeds vaker aangenomen wanneer de verzoekende partij van goeden huize komt. Wanneer je de meeste criteria kan bewezen, kunnen de andere criteria vaak op grond van aannemelijkheid worden ingevuld.
Wil je in contact komen met Kristel? Mail of bel: kristel@d-foorce.nl +31 (0)6-41480729
Let op! Dit artikel betreft Nederlandse wetgeving.
IN SAMENWERKING MET D-FOORCE