Vanuit de begeleiding van kinderen als Kindbehartiger zet Marieke een aantal uitspraken op een rij die zij kinderen heeft horen doen in haar praktijk.
Vanuit hun zorg voor hun ouders, hun loyaliteit richting hun ouders, het gevoel van klem zitten tussen hun ouders en taken op zich nemen om de situatie te verbeteren.
“Papa en mama denken dat wij denken dat ze normaal tegen elkaar doen, maar ik zie ze vloeken tegen elkaar in hun hoofd.”
“Mijn ouders denken teveel. Ze zouden eens wat meer moeten genieten en leren te accepteren dat de situatie nu zo is. Dat doe ik toch ook.”
“Ik vraag me af of mijn ouders ooit mijn verjaardag weer een keer samen kunnen vieren. Over alles is gedoe. Terwijl dit over mijn dag gaat. Mijn verjaardag. Maar dat lijken ze niet te willen snappen.”
“De twee mensen van wie je het meest houdt zo lelijk tegen elkaar zien doen. Dat houdt me iedere dag bezig.”
“Mijn ouders moeten elkaar niet aankijken en elkaar vooral negeren bij de overdracht. Ik regel de rest wel.”
“Vroeger ging het om het gedoe tussen mijn ouders. Nu ik ouder ben geworden gaat het om mijn boosheid en frustratie richting ieder van mijn ouders. Ontstaan door hun eigen gedoe.”
“Ik ben moe. Van steeds dat heen en weer gaan. Spullen vergeten. Veranderingen in het schema. Laat mijn ouders het gewoon een keer zo houden zoals het is.”
“Ik durf niet te zeggen wat ik echt wil. Als ik dat doe wordt het door mijn ouders tegen elkaar gebruikt in de rechtszaak.”
“Willen onze ouders een contract met ons of een relatie? Het lijkt ze namelijk alleen maar te gaan om alles zakelijk vastleggen. Maar wij zijn geen bezit, maar hun kinderen.”
“Papa en mama zijn echt een stelletje kleuters. Nee zelfs dat niet. Die weten namelijk nog beter een ruzie op te lossen dan mijn ouders.”
“Ik ben trots op mijn ouders. Ze zijn eindelijk weer zichzelf. En misschien wel een betere versie dan toen ze nog samen waren.”
“Ik kan het niet oplossen tussen mijn ouders maar hoop wel dat ik ze kan laat zien hoe het voor mij is.”