Hoe en waar voelen jongeren zich thuis als ze opgroeien met gescheiden ouders?
Onlangs is de Universiteit Utrecht gestart met een onderzoek – Waar hoor ik thuis? Het is een langlopend onderzoek met als hoofdvraag: hoe gaat het met jongeren die opgroeien met gescheiden ouders? Waar voelen zij zich thuis? Voor dit onderzoek zijn wij nog op zoek naar jongeren, vaders en moeders na scheiding. Wij vertellen hieronder graag kort iets over dit onderzoek:
Het gevoel ergens te horen
Het gevoel ergens bij te horen, of ook wel het thuisgevoel, is een fundamentele menselijke behoefte. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat het behoren tot sociale groepen – of het nu om school, familie, buurt of vrienden gaat – bijdraagt aan de gezondheid en het welzijn, maar ook aan de ontwikkeling op langere termijn. Dit gevoel ergens thuis te horen ontstaat tijdens de vroege relatie met primaire verzorgers, door het bieden en krijgen van liefde en genegenheid. Een positieve thuisomgeving waar kinderen zich begrepen en ondersteund voelen en waar familieleden positieve ervaringen met elkaar delen, kan dan ook een beschermende factor zijn. Verschillende onderzoeken hebben bijvoorbeeld aangetoond dat het thuisgevoel binnen gezinnen kan beschermen tegen emotionele problemen, delinquent gedrag en slechte schoolprestaties. Daarnaast is de verwachting dat het gevoel ergens bij te horen bijdraagt aan de ontwikkeling van het zelfbeeld en de identiteit van jongeren en ook aan hun ontwikkeling tot een autonoom individu. Hoewel het dus heel belangrijk is dat jongeren het gevoel hebben ergens bij te horen, weten we uit onderzoek nog niet heel goed welke factoren hieraan bijdragen en hoe jongeren hier zelf tegenaan kijken.
Opgroeien in twee huizen
Tegenwoordig groeit een aanzienlijk deel van de kinderen en jongeren op in een gezin na scheiding, waarbij zij meestal te maken krijgen met meer dan één thuissituatie. Van de 70 000 thuiswonende kinderen per jaar waarvan de ouders uit elkaar gaan, groeit momenteel zo’n 27% op in een co-oudergezin. Dit aantal is nog aan het toenemen. Daarnaast zijn er veel kinderen en jongeren die meestal bij moeder wonen en de weekends bij vader zijn, of omgekeerd. Tenslotte zijn er ook nog kinderen die een van de ouders niet of nauwelijks zien. Voor al deze kinderen geldt dat het gevoel van thuishoren anders is, omdat hun ouders niet meer bij elkaar in een huis wonen. In het dagelijks leven verdelen veel kinderen na scheiding hun tijd tussen twee huizen, twee buurten en soms twee woonplaatsen. Daarbij krijgen zij vaak ook te maken met nieuwe gezinsleden: nieuwe partners van ouders, stief- en halfbrusjes. Voor een klein deel van deze kinderen geldt dat zij een van de ouders niet meer zien na scheiding, waarbij ook andere familieleden uit beeld raken. Daarnaast worden kinderen soms geconfronteerd met conflicten tussen ouders, waar hun gevoel van loyaliteit op de proef kan komen te staan. Kinderen willen van beide ouders houden, en ook bij beide ouders horen, maar hoe gaat dit na een scheiding, vooral met betrekking tot hun gevoel ergens bij te horen?
Voor een klein deel van deze kinderen geldt dat zij een van de ouders niet meer zien na scheiding, waarbij ook andere familieleden uit beeld raken.
Mede door veranderingen na scheiding, door ouderlijke conflicten en een soms verslechterde relatie- en opvoedkwaliteit vanuit de ouders, laat onderzoek consequent zien dat een scheiding gepaard kan gaan met een toename van problemen en een verminderd welzijn van kinderen. Deze kunnen van korte duur zijn, maar zo’n 15 à 20% van de kinderen ontwikkelt na een scheiding meer langdurige problemen. Aangezien het gevoel ergens bij te horen zo wezenlijk is voor het functioneren en de ontwikkeling, is het belangrijk om te weten wat maakt dat een kind zich wel of niet thuisvoelt, maar ook wat hiervan de mogelijke gevolgen zijn op korte en langere termijn. Hoewel we weten dat het gevoel ergens bij te horen belangrijk is voor een positieve ontwikkeling van jongeren, is veel van deze kennis gebaseerd op kinderen uit intacte gezinnen. Het perspectief van jongeren zelf op het opgroeien in verschillende huizen is bovendien nog nauwelijks onderzocht. Zeker in Nederland is nog weinig onderzoek dat expliciet kijkt naar het opgroeien in twee huizen en daarbij zowel jongeren zelf als hun ouders wil betrekken!
Jongeren (12-18 jaar), vaders en moeders na scheiding gezocht voor onderzoek!
Het onderzoeksteam van Waar hoor ik thuis bestaat onder meer uit sociaal wetenschappers, een familierechtonderzoeker, een sociaal geograaf en een taal/communicatiedeskundige. Zij zijn op zoek naar 250 gescheiden gezinnen in Nederland, waarbij het perspectief van jongeren centraal staat: hoe beleven zij het opgroeien met gescheiden ouders? Welke factoren spelen hierbij een rol (denk aan ouders, buurt, school, vrienden, media en wetgeving)? En hoe zorgen we ervoor dat het goed gaat met kinderen die in verschillende huizen opgroeien, ook als de omstandigheden misschien tegenzitten? Onze aandacht gaat daarbij vooral uit naar het gevoel ergens bij te horen.
Het onderzoek bestaat uit 3 meetrondes, verspreid over 3 jaar, waarbij we jongeren en hun ouders vragen om online vragenlijsten in te vullen. Als beloning krijgen zowel jongeren als ouders na elk van de drie meetrondes een cadeaubon van €10,-. Meer weten of meedoen? Ga naar de website om je aan te melden of mail naar Zoë Rejaän.
Ook als u zelf vanuit uw werkveld, vanuit ervaring of betrokkenheid zou kunnen helpen bij de werving horen wij dit graag. Voor personen, bedrijven of organisaties zijn wij bereid om in goed overleg een wederdienst te verrichten, passend bij onze expertise. Dit kan bijvoorbeeld door het verzorgen van een bijscholing, een workshop, een presentatie of het uitzoeken van een specifieke vraag die bij u leeft.
Dank voor uw aandacht! Wij horen graag van u!