Mensen die gaan scheiden, kunnen zomaar in de hulpverlening terechtkomen. Maar de hulpverlening maakt het scheiden er vaak niet makkelijker op, zegt Lonny. De afstand tussen ouders wordt alleen maar groter.
Dit is mijn verhaal zoals ik het gezien, gehoord en gevoeld heb. De personen die het lezen en mij kennen, dichtbij of verderaf, zal ik misschien kwetsen, boos of verdrietig maken. Andere zullen hier juist erkenning in vinden.
Mijn huwelijk verliep niet zoals een huwelijk zou moeten lopen. We waren niet goed voor elkaar, fysiek noch geestelijk. Volgens mij werd ik niet goed behandeld en onze kinderen ook niet. Onze communicatie verliep steeds slechter, steeds vaker gaf ik aan dat ik wilde scheiden.
We zouden in relatietherapie gaan, dit is niet gebeurd. Na de zoveelste fysieke strijd ben ik naar een advocaat gegaan, ja alleen. Zo voelde ik mij al heel lang.
Hulpverlening komt op gang
De tijd van de papieren rompslomp en het geven van de scheidingspapieren duurde lang.
De communicatie in deze periode ging nog slechter en al snel kwam de hulpverlening op gang met als eerste eis: vader mag de kinderen drie maanden niet zien. Het was ook het begin van een traject waarin ik mij vaak niet gehoord en machteloos voelde.
Ik ben niet de enige gescheiden vrouw die met hulpverlening te maken krijgt. Van de ouders die gaan scheiden, komt 20% (al dan niet getrouwd) in de hulpverlening terecht. Wanneer mediation niet voldoende is, worden er via het gerecht gezinscoaches aangesteld.
Ondanks het verbod mochten de kinderen vader toch zien. De kinderen vonden dit vreemd, ze hadden gehoord dat vader 3 maanden geen contact mocht zoeken en nu mochten ze hem onder begeleiding alsnog eenmalig zien.
Gedwongen in gesprek
Na de drie maanden moest ik van de rechtbank een eigen hulpverleningstraject aangaan, en een gezamenlijk hulpverleningstraject. Dit gaat met twee gezinscoaches aangesteld door de rechtbank.
Ben je verplicht om deze gesprekken te voeren? Daar ben ik nog steeds niet helemaal achter. Ja, het is door de rechtbank verplicht gesteld. Maar ik had kunnen weigeren. Was dit goed voor het proces geweest? Naar alle waarschijnlijkheid voor mij wel, dit omdat ik mijn emoties niet in de hand had. Ik was boos, angstig, verdrietig. Was het goed voor de case? Nee, want dan werk je niet mee. Wanneer ik afbelde of niet kon, kreeg ik te horen dat we beiden aanwezig moesten zijn. Hierdoor werd ik bang dat ik mijn kinderen zou kwijtraken wanneer ik niet zou komen.
En dan krijg je een coach aangewezen, of in ons geval, twee. Een coach zorgt dat de communicatie tussen de gezinsleden veilig en goed verloopt. Het is ook de bedoeling dat de coach meerdere gesprekken heeft met de kinderen, en gezamenlijk met de ouders. Die ook ziet hoe het met de kinderen gaat en wat hun wensen en gevoelens zijn.
De coaches moeten zo neutraal mogelijk handelen. Luisteren naar beiden in het verhaal. Niet afzonderlijk: dit geeft de personen het gevoel dat ze partij kiezen.
Met de kinderen wordt thuis bij een of beide ouders gepraat en gekeken hoe het gaat.
Maar ik kreeg gesprekken waar ik op dat moment niet aan toe was over hoe de scheiding in gang gezet was en wat er gebeurd was. Daarbij werd ik gedwongen om samen met de vader van onze kinderen aan tafel te gaan zitten. Zou dit goed gaan? Beiden waren we boos en onze visies verschilden nogal.
Ik wilde dit niet, dit kon ik niet aan. Ik gaf duidelijk aan dat ik niet met hem in een ruimte kon zitten. Toch verplichten ze mij dit, volgens hen was het beter voor onze communicatie.
Tijdens deze gesprekken hoorde ik veel kwetsende en negatieve opmerkingen van mijn ex. De coaches probeerden hem soms te stoppen, maar ik moest vooral begrijpen waarom hij dit deed. Wanneer ik woedend was over zijn uitlatingen moest ik stoppen met praten, want woedend zijn? Dat kon echt niet. Het laatste gesprek voordat we ondertoezichtstelling kregen, is uit de hand gelopen.
Ik voelde mij zo vernederd, de hulpverlening sprak alleen maar over wat ik fout gedaan had. Ze zeiden niets, maar dan ook niets negatiefs over de vader van mijn kinderen. Ik mocht niet een tegen argument geven. Weer werd er niet geluisterd, zo voelde ik het. Na zo`n gesprek was ik moe en emotioneel uitgeput.
Ja de kinderen zagen dit.
Was dit goed? Nee. Dus de kinderen legden de link: hulpverlening en vader roepen negatieve reacties op. De hulpverlening wilde het contact tussen de vader en de kinderen herstellen. Ze gingen zonder hulpverlening naar vader. De kinderen kregen geen gesprekken met de coaches, dit zou te zwaar voor de kinderen zijn geweest.
De kinderen zaten er zo letterlijk tussen. Zij konden hun verhaal nergens kwijt.
Ze wilden mij niet belasten met hun verhalen en vader was emotioneel en nog boos. Wanneer hij de kinderen een keer zag, was hij blij en verdrietig tegelijkertijd. Dit uitte hij naar de kinderen. Zij hadden zeker ook een vertrouwenspersoon nodig, maar kregen die niet.
Ze kregen steeds minder zin om naar vader te gaan. Van mij mochten ze wanneer ze wilden. Ja, mijn houding zei soms wat anders, zei mijn zoon zo mooi.
Helpende hand
De hulpverleners probeerden me te helpen door te zeggen dat ik altijd een vertrouwenspersoon mee mocht nemen naar de gesprekken. Maar wie ga je dan meenemen? Mijn ouders, zij waren ook boos op mijn ex en andersom. Vrienden? Die hebben wel iets beters te doen. Broers? Leg je zo’n zware belasting bij ongeschoolde personen neer?
Doordat de coaches na een jaar hun doelstellingen niet hadden bereikt, werd OTS (ondertoezichtstelling) ingesteld. De doelstellingen van de coaches waren dat de kinderen met regelmaat naar vader zouden gaan en dat de communicatie tussen vader en moeder minder strijdbaar was.
Ondertoezichtstelling
Bij OTS krijg je nieuwe hulpverleners. In ons geval twee hele jonge mensen van rond de dertig. Leeftijd zegt niet alles, maar deze mensen misten de ervaring. Ze hadden geen overdracht van de andere hulpverlening gekregen.
Het riedeltje begon dus van vooraf aan. Samen aan tafel, twee gekwetste mensen met beiden een andere visie en een ander verhaal.
Tijdens de gesprekken werd ik weer vernederd en bekritiseerd, althans zo voelde ik het. Hij werd naar mijn mening niet gestopt, slechts af en toe hebben ze hem proberen in te dammen. Wat deed ik? Stop zeggen, huilen, schelden en weglopen.
De kinderen kregen een gesprek met beide voogden in mijn huis. Dit om hen gerust te stellen en te kijken of het huis opgeruimd is, of de kinderen een slaapkamer met bed en beddengoed hebben. De gesprekken werden dan zonder mij gedaan. Dit is omdat de kinderen dan vrijer kunnen praten. De kinderen dachten: we worden gehoord.
De kinderen gingen weer af en toe en om beurten naar vader.
Hierbij hadden ze gevraagd of de kinderen nadien gehoord konden worden door een hulpverlener.
Er waren tussen vader en kinderen weer escalaties, de kinderen wilden gesprekken met de hulpverleners. Er werd gezegd: bespreek dit met vader. Terwijl ze dat op dat moment helemaal niet wilden.
Een van de kinderen wil nu totaal niet meer praten met de hulpverlening, de andere praat wel, maar voelt zich ook niet serieus genomen.
Door wat er allemaal gebeurd is voelen de kinderen zich niet meer gehoord.
Ommekeer
De afgelopen periode heb ik veel geïnvesteerd in persoonlijke ontwikkeling en dat helpt. Via mijn werk heb ik een coach gevonden die kijkt naar wat ik nodig heb, luistert en mij leert luisteren naar wat ik zeg. Hoe ik iets zeg, welke consequenties eraan zitten.
Deze coach geeft mij inzichten waarom dit gebeurd is, hoe ik beter kan communiceren en hoe ik beter mijn grenzen kan aangeven.
Hierdoor hebben mijn kinderen zich durven openstellen naar mij en vertellen ze hun verhaal over wat er volgens hen is gebeurd en wat ze graag zouden zien.
Nu ik in verandering ben, zien de hulpverleners dit en gaan ze anders met mij om. Ze geven me complimenten, nemen tips van mij aan.
Zeker vind ik het niet goed dat de kinderen niet naar vader gaan. Maar is het goed als ze naar vader gaan en vol emotie, van verdriet en boosheid terugkomen?
Het gaat beter tussen mij en de hulpverleners. Toch vind ik dat de hulpverlening beter naar de kinderen en mij hadden moeten luisteren.
Het was beter geweest dat ieder zijn eigen coach had gehad.
Het heeft een jaar geduurd voordat een kind naar de hulpverlening mocht.
Wat nog steeds beter kan is de communicatie tussen hulpverlening en kinderen en moeder.
Hulp voor de kinderen nadat ze bij vader zijn geweest. Dat ze het dossier van ons door hadden gelezen en weten waar de pijnpunten van mij en de kinderen zitten en zaten. Dat ze eerder met vader en de kinderen aan tafel gingen.
In de toekomst hoop ik dat de kinderen in rust naar vader kunnen gaan zonder dat ze stress van beide ouders ervaren. Vooral wanneer het mis gaat in de communicatie met vader en de kinderen en dat de kinderen zien dat vader en moeder zonder stress kunnen communiceren.
Er is een onderzoeksrapport dat inzicht geeft over gezinscoaches en de resultaten.
Bij deze nog een documentatie over hulpverlening kinderen en scheiding
Auteur: Lonny