De koek was even op. We besloten gezamenlijk uit elkaar te gaan. We dachten dat het beter was.
Beter voor de kinderen, geen conflict meer. Eigenlijk was onze liefdesrelatie al een tijdje zoek, we deden maar wat. Ouders waren we, en dat zou geen verschil zijn als we uit elkaar waren.
We maakten goede afspraken en kwamen nog vaak bij elkaar op bezoek. Jij (moeder) had al snel een nieuwe relatie. Ik voelde daar niets bij – ook wel bijzonder vond ik zelf. – De kinderen vonden hem leuk, soms wel, soms niet, maar dat was iets dat ze met jou moesten uitvechten. Sorry verkeerde woordkeuze: bespreken.
Je werd zwanger en nog geen jaar na onze officiële breuk was er een kleine hummel: een stiefbroertje voor onze kinderen. Leuk, fijn cadeautje gekocht en klaar.
Het ging pas wringen toen ik hoorde dat jij en je nieuwe liefde wel vaak ruzie hadden. De kinderen, die van ons dan, waren er getuige van. Dat deed me wat. Wij als ouders gingen in gesprek.
In al die jaren waren we nooit zo intiem geweest, zo openhartig. Je vertelde van jouw problemen, we herkenden onze dynamiek. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand.
Jouw relatie was uit.
We zaten vaker aan de keukentafel dan ooit tevoren, vaker dan toen we samen waren. Stilaan was er een vonk. We wilden die beiden niet, maar de vonk was sterker dan ooit tevoren. Stiekem gaven we er aan toe. Maar wat nu? We kunnen het de kinderen bijna niet aandoen: weer samen. Of wel? Wel of niet? Het kon geen welles nietes spelletje worden. Als volwassenen en partners is het onze verantwoordelijkheid, maar dat kan niet voor onze kinderen. Die onduidelijkheid of een knipperlichtrelatie is dan geen optie. Wel of niet samen: ,als het maar duidelijk is voor ons voor hen en we zeker zijn. Onze kinderen zijn geen speelballen: als we er nu voor gaan is het voor eeuwig.
Die kids hadden voelsprieten: ze merkten het, hadden het door. Maar toonden af en toe ook rebels gedrag. Was het angst, was het schrik? Het gebrek aan onduidelijkheid.
We zochten hulp, voor hen en voor ons.
Toen bij de intake – we hadden niet alles verteld – zei de professional plots: “maar laat duidelijk zijn dat ook al schieten jullie goed op, de scheiding definitief is, zo krijgen de kinderen geen ijdele hoop”. En toen gebeurde het, we moesten met de billen bloot. We vertelden het en gingen met onszelf aan de slag, met onze relatie (van verbinding naar ontbinding naar verbinding) en waren er zeker van: we gaan ervoor. Begeleiding van ons beiden: een APK om de 3 maanden en onze kinderen kregen een vertrouwenspersoon. Met z’n allen bloeiden we weer op.
Waarom beslisten we toentertijd voor uit elkaar gaan?
Zonder hulp, op eigen kracht. Op dat moment of beter veel eerder in de relatie hadden we hulp moeten hebben… dan waren de kloven tussen ons nooit zo groot geweest. Nu weten we gelukkig dat die haarscheuren en zelfs kloven te dichten zijn: als we maar in gesprek gaan en hulp van een passende professional accepteren.