Na een echtscheiding worden de kaarten opnieuw geschud en verhuizen veel mensen.
Een nieuwe start, teveel herinneringen in de voormalig echtelijke woning of financieel gezien moet er naar andere huisvesting worden gezocht. Daarnaast kan een beslissing om te verhuizen ineens in een stroomversnelling raken als er een nieuwe baan of een nieuwe partner in beeld komt. Vaak wordt een dergelijke omstandigheid aangegrepen om te verhuizen en zo de gewenste nieuwe start te maken.
Als de kinderen hun hoofdverblijfplaats hebben bij de verhuizende ouder, gaan die vaak mee. De zomervakantie wordt door de ouders veelal aangegrepen als mooi moment om te verhuizen. De kinderen kunnen dan in het nieuwe schooljaar op de nieuwe school beginnen. Maar kan je als ouder zomaar met de kinderen verhuizen of is er toestemming van de andere ouder nodig?
In de situatie van gezamenlijk ouderlijk gezag heeft de verhuizende ouder toestemming van de andere ouder nodig. Zonder die toestemming is het niet toegestaan met de kinderen te verhuizen. Indien de andere ouder de benodigde toestemming niet geeft, is het mogelijk om de rechter vervangende toestemming te vragen. Ook kan de ouder met bezwaren tegen de verhuizing zich tot de rechter wenden. Deze ouder kan de rechter namelijk verzoeken de verhuizende ouder op straffe van een dwangsom te verbieden om met de kinderen te verhuizen. Als de andere ouder zonder de benodigde toestemming al is verhuisd, kan zelfs worden verzocht de verhuizing terug te draaien.
De rechtbank beoordeelt deze geschillen aan de hand van een belangenafweging. Daarbij wordt allereerst en bovenal gekeken naar de belangen van de kinderen. Zij hebben een sociaal leven (school, vriendjes, sport, muziekles etc.) in een bepaalde stad en worden door een verhuizing uit hun vertrouwde omgeving gehaald. Dat kan een grote impact op kinderen hebben. Zeker na een echtscheiding, waarbij het leven van de kinderen al op z’n kop staat. Er wordt echter naar meer gekeken dan alleen de belangen van de kinderen. Ook de belangen van de ouders worden meegenomen. Dan gaat het onder meer om:
- – het recht en belang van de ouder om met de kinderen te verhuizen en de vrijheid om zijn / haar leven opnieuw in te richten;
- – de noodzaak om te verhuizen;
- – de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- – de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van verhuizing voor de kinderen en de andere ouder te verzachten en/of compenseren;
- – de mate waarin partijen in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- – de rechten van de ouder(s) en de kinderen op onverminderd contact met elkaar en in hun vertrouwde omgeving;
- – de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- – de leeftijd van de kinderen en de mate waarin zij geworteld zijn in hun omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;
- – de afstand naar de nieuwe woonplaats;
- – de extra kosten van de omgang na verhuizing.
Uit deze belangenafweging blijkt opnieuw dat het in geval van een voorgenomen verhuizing tijdig het overleg met de andere ouder moet worden gezocht. Dus houd de communicatie open, plan de verhuizing zorgvuldig, laat zorgtaken zoveel mogelijk doorlopen of compenseer verloren tijd en stel te allen tijde de belangen van de kinderen voorop. Doe je dat niet, dan kan je door de rechtbank worden teruggefloten en in het ergste geval kan de verhuizing zelfs worden teruggedraaid. Dat geeft niet alleen enorme financiële consequenties, maar zal vooral bij de kinderen een hoop onnodige verwarring veroorzaken.
Patricia Speijer – Punt & Van Hapert Advocaten
LET OP: ARTIKEL VAN TOEPASSING OP NEDERLANDSE WETGEVING