We ontvangen bij NEO Bemiddeling regelmatig reacties van vaders en moeders die ervan overtuigd zijn, dat kinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar zelf mogen kiezen en hun favoriete verblijfsregeling zelf bepalen. Niet dus!
Nuttig blogartikel is dit: Verblijfsregeling: het kind kiest niet bij wie het wil verblijven.
Bij NEO Bemiddeling doen we ons uiterste best om bevattelijke artikels te schrijven zonder dat we de lezers om de oren slaan met wetsartikels. We doen dit nu toch maar eens om de ouders goed te documenteren en informeren zodat ze niet meer de overtuiging toegedaan zijn dat hun kind vanaf 12 j wél alleen kan beslissen waar het wil verblijven.
Verblijfsregeling: Kiezen is nog iets anders dan beslissen
Er is een verschil tussen KIEZEN en BESLISSEN. Een kind heeft zijn mening en zal die, afhankelijk van de leeftijd, doorgaans ook wel laten horen. Een kind kan dus aangeven aan vader en moeder wat het ‘liever’ zou hebben. Ouders die nog samen zorg dragen voor het welzijn van hun kind, gaan dan aan tafel zitten en bespreken dan samen wat zich aandient. Dit gebeurt frequent in onze NEO bemiddelingspraktijk. Maar als ouders het samen niet eens geraken dan zal uiteindelijk de rechter beslissen.
Hier gaan we dan: met wat wordt rekening gehouden om de verblijfsregeling van kinderen te bepalen?
Ouderlijk gezag – Artikel 373 van het BW
Artikel 373 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat kinderen tot 18 jaar onder het ouderlijk gezag van hun ouders staan. Ook wanneer ouders hun relatie beëindigen en dus uit elkaar gaan, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. Tot de leeftijd van 18 jaar kunnen kinderen dus zelf NIET kiezen. Sterker nog: kinderen ‘beslissen’ niet zelf bij welke ouder ze willen zijn: wanneer, hoeveel, hoe lang,…
Verblijfsregeling en hoofdverblijfplaats – artikel 108 van het BW
Artikel 108 van het Burgerlijk Wetboek handelt over de hoofdverblijfplaats waar het kind zal verblijven. Bij voorkeur beslissen ouders zelf hoe de verblijfsregeling er uit zal zien. Maar als de ouders hierin niet slagen en dus onderling of via bemiddeling niet tot een gezamenlijk akkoord komen, dan zal enkel en alleen de rechter beslissen over de verblijfsregeling.
Sinds de wet van 2006 werd de mogelijkheid van verblijfsco-ouderschap ingevoerd. De wet voorziet onder meer dat de rechter verplicht is om ‘bij voorrang een tweeverblijfsregeling te onderzoeken’. Enkel als de rechter van oordeel is dat dergelijke verblijfsco-ouderschapsregeling (gelijkmatig verdeeld verblijf en huisvesting) geen goede oplossing biedt voor het kind, kan de rechter een ongelijkmatig verdeelde huisvesting opleggen. Als er twijfel is of er gegronde redenen zijn, kan de rechter het contact met één ouder zelfs beperken.
Hoorrecht – Artikel 12 van het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind
Rechters willen echter ook rekening houden met wat het kind graag zou willen. Daarom dat het hoorrecht werd ingevoerd.
Over dit hoorrecht schreven we al meerdere blogartikels, zie hier en ook daar: Bondig komt het er op neer dat kinderen kunnen gehoord worden in alle procedures die hen aanbelangen. De rechter houdt rekening met het ‘oordeel des onderscheids’ hetgeen betekent dat het kind ten volle beseft wat het zegt en doet.
Het is de rechter en enkel de rechter, die oordeelt of het kind over voldoende onderscheidingsvermogen beschikt. De rechter kan wel een deskundige aanstellen die het kind in zijn plaats hoort.
De rechter kan oordelen dat het nodig is om het kind te horen maar vanaf de leeftijd van 12 jaar is de jeugdrechter verplicht het kind te horen.
Maar ook een kind jonger dan 12 j kan de rechter verzoeken om te worden gehoord. Wat raar natuurlijk want van waaruit zal een kind jonger dan 12 jaar vragen aan de rechter om gehoord te worden?
Een plus 12 jarige krijgt informatie en een antwoordformulier. Een min12 jarige moet zelf aangeven dat het wil gehoord worden. Niet vanzelfsprekend voor zo’n kind. Je mag dus eens raden wie in deze gevallen ‘echt’ om het hoorrecht vraagt?
Belangrijk is dat de rechter niet verplicht is om de mening van de minderjarige in te volgen. Maar het Artikel 12 van het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind bepaalt dat de rechter een passend belang moet hechten aan die mening, in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind.
Geen strijd voeren maar samen voor ‘jullie’ oplossing via bemiddeling
Wat vooraf ging is dus een uitleg als de ouders samen niet tot een gezamenlijke oplossing komen. Maw als vader en moeder beslissen om de strijd aan te gaan voor de rechtbank, elk hopend het laken naar zich toe te trekken.
Zelden zijn echter de ouders tevreden met het vonnis. Het zou toch wel een ongelooflijk toeval zijn dat de rechter datgene beslist wat beide ouders ook samen willen?
Dromen zijn bedrog… niet alleen de titel van het liedje van Marco Borsato.
Kies daarom voor een bemiddelde oplossing waarbij, afhankelijk van de leeftijd, ook de kinderen kunnen zeggen welke voorkeur ze hebben zonder daarom vader of moeder af te vallen. Wees voorzichtig om als vader of moeder het kind deze vraag te stellen; bespreek het als ouders samen. Hoe moeilijk ook: jullie zijn ex-partners maar blijvend vader en moeder. En gelukkig zijn er veel ouders die samen het belang van hun kinderen voor ogen hebben.
Een mooi verhaal van hoe een vader en een moeder samen moeilijke beslissingen namen. Een warm verhaal ook, van twee ouders die het beste willen voor hun kind, die samen zoekende zijn naar de best mogelijke oplossing. Ik had als bemiddelaar ook een deugddoend en verhelderend gesprek met het kind. Je kan het artikel hier lezen.
LET OP DIT ARTIKEL IS VAN TOEPASSING OP BELGISCHE WETGEVING!
caerels
4 september 2019 @ 13:51
Ik vind het vreselijk dat kinderen 1 week hier , 1 week daar zouden moeten verblijven , geen kind wil dat , contact met de vader tot daar aan toe , maar hoe dan ook verschillen de regels , of worden helemaal niet na geleefd door de vader , en de kinderen gaan dergelijke situaties ook uit buiten , bovendien als je, je kind achter laat voor andere vrouw , hoe kan het nog functioneren met je ex