Het gevoel van koestering als ik ’s nachts naar de wc moet en jij me slaapdronken in je armen neemt als ik weer rillend tussen de lakens kruip. Dát gevoel.
Het gevoel van gedragen worden als we op een regenachtige zondag op de bank liggen en jij mijn voeten in een deken wikkelt en bij je op schoot legt. Dát gevoel.
Het gevoel gezien te worden als je ’s morgens aan de ontbijttafel informeert wat mijn dag gaat brengen. Dát gevoel.
Het gevoel van herkenning bij de honderden keren dat we precies op hetzelfde moment hetzelfde denken. Dát gevoel.
Het schrijnende gevoel van gemis als de kinderen er niet zijn. Twee jaar later voelt het iedere dag nog alsof er een stuk uit mij is weggerukt, telkens als ik me realiseer dat ik niet bij hen ben om welterusten te zeggen en naar hun dag te vragen. Dát gevoel.
Hoe maak ik die gevoelens duidelijk aan mijn kinderen? Dat er niks mis is met hun papa maar dat hij me niet kon geven waar ik mijn leven lang al naar verlang.
Hoe maak ik hen duidelijk dat het schrijnende gevoel blijft bestaan, hoe fijn het ook is met jou?
Hoe maak ik hen duidelijk dat kiezen voor mijn eigen geluk ook betekent dat ik uiteindelijk kies voor hun geluk?
Het gevoel van schaamte als mijn kinderen voor de zoveelste keer zonder je te kennen laatdunkende opmerkingen over jou maken. Dát gevoel.
Het gevoel voortdurend in een spagaat te leven omdat het toch mijn kinderen zijn. Dát gevoel.
Het gevoel een onmogelijke keuze te moeten maken als de kinderen weer weigeren mee te gaan naar een feestje waar jij ook bent uitgenodigd. Dát gevoel.
Ons gevoel van wanhoop dat dit nooit goed gaat komen. Dát gevoel.
Hoe maak ik hen deze gevoelens duidelijk nu ze een jaar later nog steeds categorisch weigeren om jou te ontmoeten en zich steevast in hun kamer verschansen als jij er een keer bent?
Hoe maak ik hen duidelijk dat ik niets liever zou willen dan niet steeds weer te moeten kiezen tussen de drie liefste mensen in mijn leven, waarin zij altijd het belangrijkst voor mij zullen zijn?