Bladerend door het dagboek lijkt het of de situaties bij mij bekend voorkomen uit de verhalen van vroeger.
Mijn moeder vertelde mij over haar ervaringen. Ervaringen met een boodschap, met een teken aan de wand. Zoals het breken van een wijnglas waarbij de bovenste glazen rand van 2 cm afbrak van het glas. Een perfecte cirkel, een ring van glas. Haar moeder vertelde haar op dat moment dat het voor te nemen huwelijk van mijn ouders een ‘glazen’ huwelijk zou worden. Kortom, breekbaar en niet bestendig. Dat zijn van die momenten van inzicht die je liever niet hoort van je moeder of wie dan ook. Om een gevoel dat je toch al had diep in je leefde, te horen uitspreken door een ander, is echt een schok. Je probeert het te negeren zoals je een onaangenaam geluid uitzet of een ‘naar’ beeld wist. Ik wil het niet geweten hebben, maar toch, er zit daar iets ondoorgrondelijks van het leven in. Als je het dan toch al vooraf voelde, waarom moet je het dan alsnog meemaken? Net alsof je er niet onderuit komt om het opnieuw mee te maken. Was het een ‘helderziend moment’ een waarschuwing uit een vorig leven? Waarom ontmoet je bepaalde mensen juist dan en waarom kom je soms in omstandigheden terecht die niet bij je passen? Vroeger dacht ik aan het feit dat soms het ‘kwaad’ goede mensen treft. Voor mij waren het goede mensen, voor anderen misschien niet…
Ik groeide op met dieren en had nooit gedacht dat er een plotseling moment zou komen dat ik van hen bijna allemaal afscheid moest nemen. Uit protest over al dit en omdat ik zelden mijn schoenen aan deed op het eiland, weigerde ik om op schoenen te lopen. Het was mijn kleine kinder protest. Ik was zo gewend aan die grote tuin met dieren en nu was die tuin veranderd in een hal met 4 deuren op de 6e verdieping met een stalen kooi waar je in moest om naar beneden of boven te gaan. De grond was koud en ik had nog nooit sneeuw gezien, behalve dan die door mijn moeder met een lepeltje, uit de vriezer geschraapt. Zij liet het voor mij op de grond vallen. Dat was dus sneeuw en het gras dat over het water groeide was geen gras* en dat merkte ik toen in er doorheen zakte en er als een groen moddermannetje weer uitkwam (*kroos). Ik merkte dat alles hier anders was en dat zelfs de tijd in dit Nederland veel korter leek.
Ik was zo graag dicht bij de boom gebleven, maar het voelde alsof ik zo ver weg van haar was dat ik twijfelde of dat wel de boom was waar ik groot aan ben geworden. Ik geef iets door van mijn jeugd, mijn ouders afkomst, van mijn roots. Dat is uiteindelijk het verhaal wat ik doorgeef en levendig wil houden. Maar als dat verhaal nu plotseling stopt en je geen contact meer hebt of kunt hebben met de verhalen vertellers, dan pas voelt alles veel verder weg en bijna niet van jouw.
Ik wilde mijn kinderen meer vertellen van opa en oma en verhalen van weer hun ouders. Ze laten zien en horen dat de familieboom in het midden van ons staat. Dat viel allemaal weg doordat Luca en Puk plotseling wegvielen. Waar zou ik het verhaal weer kunnen oppikken? Wat zou ik nu zeggen tegen ze nu er een leegte tussen zit van alweer 11 jaar. Het zou aan kunnen voelen als elkaar weer opnieuw gaan leren kennen en ontmoeten. Zo van; “hallo, Ja ik ben jullie vader en aangenaam kennis te maken en hoe gaat het met jullie eigenlijk? Waar zijn deze “appels” Luca en Puk nu terechtgekomen t.o.v. onze boom? Als zij de boom niet meer kennen of herkennen, hoe kunnen ze dan trots zijn of weten waar ze vandaan komen. Ze zouden mij op straat misschien zo voorbij lopen. Deze familieboom staat symbool voor de papa’s en mama’s van deze wereld. Hopelijk leren we respect naar hetgeen ons gedragen heeft, hoe moeilijk het soms ook was geweest en hoeveel tranen we soms ook gelaten hebben. Ze hebben het toch maar gedaan die ouders, zo goed en kwaad als het ook ging.
Laten we samen het verhaal van de boom blijven delen. Het is fijn om te weten waar je vandaan komt. Sterker nog, het is belangrijk om het te weten. Dat verhaal geef ik door, die herinnering houdt mij en hun levendig. Voor mij voelt de boom soms halfzijdig afgestorven omdat ik zoveel mis. Ik wil die takken niet snoeien omdat ik denk dat er misschien weer eens “leven” en bloesem in komt.
Soms wil je niet zien dat je eigenlijk toch wel op je ouders lijkt. Soms in de spiegel, soms in de zinnen die je uitspreekt. Die zinnen en woorden welke als het ware een echo van hun stemmen doet weergalmen. Dat zij ooit tegen jouw vertelden dat er eens een dag zou komen waarop je terug zou denken aan hun woorden. “als je later kinderen hebt, zal je nog eens aan mij terug denken” of “op een dag laat je los, laat je ze gaan en dan kun je hun pijn niet meer voorkomen. Ik maakte mij los van mijn ouders in de puberteit van mijn leven. Mijn ouders ‘schoppen’ mij uit het nest… ik leer te vliegen, ik leer te vallen. Ik begrijp nu wat mijn moeder bedoelde.
Daar waar ik de controle verlies op de situatie, daar laat ik het gebeuren. Daar waar ik probeer om er niet op te lijken, daar word ik het. De appel die eeuwig aan de boom blijft hangen omdat hij bang is om te vallen. De angst van deze ouderboom is om leeg te zijn. Waarom? Omdat zij zonder haar appels zich geen appelboom meer voelt.
Ik had het eerder over een gebruiksaanwijzing van een verstoten vader. Van die appels die ver weg bij de boom vandaan zijn gehaald. Een ouder die zich niet meer ouder voelt omdat de boom leeg is. De appels die niet meer weten waar de boom staat of ooit heeft gestaan. Dat geeft mij een zuur gevoel waar ik doorheen moet.
“Lieve vader, ik ben u kwijt. Ik ben mijn afkomst verloren en mijn zicht op de grote boom waar ik aan ben opgegroeid”. Dat zou het zinnetje moeten zijn dat in mijn kinderen zou moeten nagalmen. Ergens hoop ik dat ze ooit naar boven zullen kijken, naar die takken die hun ooit zo liefdevol hebben gedragen.
De jaargetijden van de natuur om ons heen zorgen ervoor dat we leren in ons leven dat de veranderingen elkaar opvolgen. Dat de dagen weer korter worden en dat het daarna weer lichter wordt. Dat accepteer ik, omdat ik er simpelweg er niets aan kan doen of aan kan veranderen.
Het valt denk ik niet mee voor die partner die moet accepteren dat dit voor mij een onlosmakelijk geheel is binnen mij. Dat ik deze boom niet kan omhakken omdat ik daarmee een stuk van mijzelf dood. Het is geen bedreiging voor haar en voor mijn nieuwe gezin, het is de roep om het ‘Ne me quitte pas’ van wie ik ook was met hun. Ik wil niet dat het mij verlaat, ik wil niet dat ik het moet vergeten en ik hoop dat je dat begrijpt.
Dat ze zijn opgeraapt door haat vergeef ik haar…
Ik zie de afdrukken in het gras van de appels die er eens gelegen hebben onder de boom. Dat ze zijn opgeraapt door haat vergeef ik haar. De boom kan niet ontkent worden, de liefde die haar voortbracht ook niet. De pitjes nemen de boom mee in haar hart. Daar waar zij gegeten worden, daar ben ik en groei ik hopelijk opnieuw tussen hen in. De smaak zal hun doen herinneren aan de zoete momenten die wij samen hadden en hun hopelijk doen verlangen naar waar zij ooit ook vandaan kwamen.
Na dit blog geschreven te hebben zie ik appels toch ineens anders. Ik kijk naar de foto die ik in Denemarken maakte met het opmerkelijk groene gras met die kleurige appels.
Ik kijk naar de appelsteeltjes die eens vastzaten aan de boom, ik kijk naar mijn navel en voel de herinnering aan datgene waar ik eens aan vast zat.