Laat op een avond fiets ik na mijn werk naar huis. Het is al een warme voorjaarsavond en ik verheug me op een wijntje ter afsluiting op mijn terras.
Bij de stoplichten komt Sander achterop fietsen.
Sander is een vader van vriendjes van mijn zoon op school. Goed kennen we elkaar niet, maar we maken regelmatig een praatje bij het schoolplein of op straat. Natuurlijk weet ook hij dat ik ruim acht maanden geleden ben gescheiden van de vader van diezelfde zoon.
Hij informeert hoe het met me gaat. De scheiding lijkt hem een turbulente tijd te zijn geweest, waarbij alles volledig uit de comfort zone wordt gerukt. Ik vertel hem dat het langzaam beter met me gaat en dat het verdriet minder schrijnend begint te voelen: “Ik hoef in ieder geval niet meer iedere dag te huilen”.
Aan zijn reactie hoor en zie ik dat Sander schrikt van die mededeling. “Oja, heb je iedere dag moeten huilen?”.
Thuisgekomen mijmer ik wat na over mijn reactie. Ik kan me voorstellen dat het best confronterend is als iemand je vertelt dat hij of zij maanden achter elkaar iedere dag heeft moeten huilen. Zelf vond ik dat ook heel confronterend. En meer nog: er was grote weerstand in mij om iedere dag te moeten huilen, zelfs al was mijn verdriet groot genoeg om dat inderdaad iedere dag te doen.
Het liefst wilde ik dat verdriet zo snel mogelijk achter me laten. Ik wilde dit toch? Ik had toch gehoopt op een gelukkiger leven door weg te gaan bij mijn man? Waarom zat ik dan avond aan avond te huilen op de bank!
Vriendinnen die in hetzelfde schuitje hadden gezeten, spraken me bemoedigend toe. Volgens een vriendin zou ooit het verdriet slijten, maar zij had hele weekenden alleen maar gehuild van ellende. Hele weekenden huilen?! Ik was destijds verbijsterd; een heel weekend? Ik vond een uur per dag al meer dan genoeg (en wilde ik liever niet).
Een andere vriendin gaf me de tip om lekker lang onder de douche te gaan staan huilen. Het warme water zou troost geven en onder de douche zouden mijn tranen zich vermengen met het douchewater waardoor ze in feite werden gereduceerd tot wat ze waren: niet meer dan water op mijn wangen.
De goede bedoelingen van mijn vriendinnen maakten me radeloos. Ja, zal vast dat die tranen ooit over zouden gaan, maar IK WILDE ZE NIET.
Uiteindelijk bleek dat echter toch gewoon de remedie: het verdriet doorleven en de tranen laten stromen in alle overvloed. Toen ik me eraan overgaf, nam ik regelmatig een grote badhanddoek mee naar bed, omdat een zakdoek al gauw niet meer voldoende was om de tranen te stelpen. De nat gehuilde handdoek voelde als een dekentje van troost. Want natuurlijk droogden de tranen telkens weer op en viel ik met de handdoek in mijn armen in slaap.
Toen de tranen gehuild mochten worden, verdwenen ze uiteindelijk vanzelf.
Paulien
31 mei 2018 @ 15:39
Ik ben inmiddels 7,5 jaar verder. Bij mij word het verdriet alleen maar groter, … sorry. Week op week af, want je gunt de vader van je kinderen even veel tijd als de moeder, moet ik mijn schatjes missen. In mijn geval ook echt missen. Papa doet er alles aan om de kinderen geen ruimte te bieden contact met mij te hebben. Ik ben verdrietig om het gemis, om alles wat ik ze aan heb gedaan al was het de beste keuze voor mij. Om de teleurstelling in de mens, in dit geval de andere helft van mijn kinderen, dat haat nodig is om redenen die ik niet begrijp.
Het verschil is misschien dat ik niet meer altijd hardop huil, maar stil of van binnen.