Marieke Lips

Marieke Lips heeft rechten gestuurd aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is zich daarbij gaan richten op een minor jeugdrecht. Dit zodat zij naast het juridisch kader rondom kinderen ook kunde op kon doen op het gebied van de ontwikkeling en hechting van kinderen. Vanuit haar studie en aanvullende opleidingen en trainingen is Marieke zich gaan inzetten voor kinderen, hun positie en hun rechten.Marieke is verder bedenker van het functieprofiel Kindbehartiger. De rechtspositie van kinderen en sociaal-emotionele vraagstukken komen binnen deze rol samen. Marieke heeft de rol van de Kindbehartiger met andere professionals de afgelopen jaren verder doorontwikkeld en vervult de rol van de Kindbehartiger ook via haar eigen praktijk KidsInbetween. Marieke is naast Kindbehartiger ook gespecialiseerd in systemisch werk, opgeleid tot bijzondere curator in Jeugdzaken en zelfstandig docent. Verder is zij betrokken geweest bij projecten rondom de positie van kinderen in een scheidingssituatie, heeft zij ervaring in het voeren van politieke lobby, verzorgt zij lezingen en trainingen en schrijft columns. Daarnaast heeft zij het boek ‘Bekrast‘ uitgebracht over de impact van een vechtscheiding op een kind en de zoektocht om het verleden los te laten. Ook heeft zij het kinderboekje ‘de kleine kolibrie laat zijn hart spreken’ geschreven en de gesprekskaarten recht uit mijn hart ontwikkeld. Marieke werkt samen met partijen aan initiatieven ten behoeve van kinderen in een scheidingssituatie en het ouderschap tijdens en na de scheiding. Tenslotte zet zij zich in om vraagstukken binnen de jeugdsector op te lossen in het belang van de stem van kinderen in een scheidingssituatie. Dit onder het motto ‘inspireren, verbinden, versterken‘ alsmede het feit dat de stem van het kind de sleutel is naar de onbezorgde toekomst van het kind.​

4 Comments

  1. Martine
    4 april 2016 @ 14:43

    Je schrijft over vragen die kinderen niet vooruit helpen, maar wat zijn dan vragen die wel kinderen helpen? Wat zijn de goede vragen om te stellen? Ik ben benieuwd!

  2. Marieke Lips
    4 april 2016 @ 17:58

    Beste Martine, dank voor jouw bericht. Jonge kinderen kunnen bepaalde vragen niet zo gemakkelijk beantwoorden zoals wij. Of het moment is niet geschikt wanneer de vragen worden gesteld. Wanneer een vraag aan ons als volwassene wordt gesteld, kunnen wij, hoe direct of suggestief ook en ondanks dat we bijvoorbeeld soms moe zijn, wel gewoon antwoord geven of we geven dan aan dat we moe zijn en even geen zin hebben om te praten. Voor een jong kind is dit nog lastig om te doen. Gesprekjes met jonge kinderen kunnen niet ieder moment van de dag worden gevoerd, zij zijn de sociale codes rondom gespreksvoering nog aan het leren en gesprekjes duren vaak kort. Ze zijn lastig te voeren wanneer kinderen moe zijn of wanneer de vragen te direct worden gesteld. Een jong kind vertelt veelal niet uitgebreid hoe zijn of haar dag was wanneer dit zo wordt gesteld of wat het exact heeft gedaan of waarom het iets voelt en wat het dan voelt. Voor een jong kind is het daarbij ook nog eens lastig om gevoelens goed onder woorden te brengen omdat zij de betekenis achter de gevoelens nog niet goed begrijpen en deze nog moeten leren.

    Het is belangrijk een geschikt moment te zoeken om een praatje te maken met een kind, dit niet geforceerd te doen als een kind bijvoorbeeld moe of overprikkeld lijkt, vragen te stellen die meer op kind niveau zitten en dit bijvoorbeeld veel meer spelenderwijs te doen dan puur vragen te stellen en vanuit daar te hopen dat er een heel verhaal komt.

    Zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag: hoe was het op school?
    Een kind zegt dan of bijvoorbeeld leuk of weinig…of gaat spelen…..en zal veelal niet uitgebreid gaan vertellen wat het allemaal heeft gedaan op school.

    Als ouder kan men denken aan de vriendjes/vriendinnetjes met wie het kind speelt of die leuke juf/meester of knutselen wat het kind leuk vindt en vanuit daar een gesprekje aan gaan. Zoek die dingen op die het kind bezig houden en ga vanuit daar het gesprekje aan met het kind.

    Wij hebben dit tijdens de trainingsdag, die ik in de blog omschrijf, bijvoorbeeld heel leuk spelenderwijs gedaan via een knuffelspel. Het kind kan bijvoorbeeld 1 van de knuffels zijn en de andere knuffels kunnen bijvoorbeeld de juf, vriendjes/vriendinnetjes zijn etc. Zo kan vanuit het niveau van het kind en spelenderwijs een gesprekje worden aangegaan, in plaats van in directe zin vragen op het kind af te vuren in de hoop de belevenis van het kind vervolgens te kunnen vernemen.

    Maakt dit wat meer duidelijk voor jou?

  3. Martine
    6 april 2016 @ 17:33

    Helemaal duidelijk zo! Bedankt voor je uitgebreide antwoord.

  4. Marieke
    8 april 2016 @ 21:13

    Graag gedaan Martine.