Kinderen hebben zoveel te vertellen en zoveel wijsheid in pacht. Hoe jong zij ook zijn.
Jongere kinderen hebben nog niet altijd de taal tot hun beschikking om hun gedachten en gevoelens te kunnen verwoorden. Daarnaast weten zij nog niet altijd de betekenis van wat zij voelen en denken. Maar de lichaamstaal en het gedrag van een kind zegt ontelbaar veel tegelijk!
Ik zag laatst in een film een gescheiden stel ruzie maken in het bijzijn van hun kind. Het meisje van 4 jaar oud stak haar vingers in haar oren en deed haar ogen dicht. “Immers, zo hoor ik niks en zien zij mij niet. Zo ben ik weg.” De gedachten van een kleuter die voor haar werkelijkheid zijn. Kleuters zitten nog in een zekere fantasiewereld en denken vanuit hun pure kindzijn. Zij zijn zich echter wel degelijk bewust van de interacties van de mensen om hen heen. Ogen en oren dichtdoen is een vorm van je verschuilen en je verstoppen in je eigen wereld. Dit is een reactie van een kleuter op een situatie waarin het zich niet prettig voelt en zegt in deze niks over of het kind niets meekrijgt van wat er gebeurt.
De bijstander zei in de film terecht tegen het ruziënde stel;
“Kijk eens naar jullie dochter, die haar vingers in haar oren heeft en haar ogen dicht heeft. Wellicht tijd om de ruzie elders uit te vechten.”
Dit voorbeeld maakt op zichzelf al genoeg duidelijk. Soms zou je als volwassene willen dat kinderen alles recht voor hun raap konden zeggen. Dit zou het voor ons makkelijker maken. Maar is dat niet wat egoïstisch gedacht, willen dat een kind op jouw niveau communiceert? En zeggen kinderen eigenlijk niet ontzettend veel, op hun eigen manier. Praten met kinderen vraagt dan ook om in de beleveniswereld van het kind te gaan zitten en op een gelijkwaardig niveau te gaan communiceren. Vooral kijken en echt luisteren. En communiceren met het kind vraagt om meer dan enkel en alleen woorden gebruiken.
Veel volwassen stellen onbewust te directe vragen aan jonge kinderen.
“Hoe was het op school?, “Vertel eens wat je gedaan hebt vandaag”, of, “Vertel eens wat er aan de hand is.”
Een kind zal hierdoor veelal dichtklappen. Ik mocht dit zelf ervaren tijdens een trainingsdag van succesvol scheiden. In groepjes mochten wij om de beurt coach dan wel een kleuter spelen. De coach zou spelenderwijs aan de slag gaan met het kind. Om mij in mijn rol in te leven zocht ik mijn kindzijn op en zocht naar reacties van jonge kinderen die mij bekend zijn. Sommige vragen van mijn collega professional vond ik vanuit mijn kindzijn leuk. In de gedachtegang van de kleuter kon ik meegaan hierin. Maar sommige vragen pasten niet bij het kindzijn en dus reageerde ik niet. De korte aandachtspanne van een kind maakt dat ik vanuit mijn rol als kleuter ook in mijn aandacht verslapte en wat ging klieren of riep “‘mag ik nu weer spelen”.
Dit rollenspel toonde goed aan hoe lastig het kan zijn om met kinderen te spreken vooral als zij de taal nog niet tot hun beschikking hebben. Sommige professionals die aanwezig waren gaven terug hiermee te worstelen. Ook jongeren die wel de taal tot hun beschikking hebben kunnen soms blokkeren door de wijze waarop met hen gewerkt wordt of vragen worden gesteld.
Dit vraagt om kennis en kunde hoe (spelenderwijs) met kinderen aan het werk te kunnen gaan. Op het niveau van het kind gaan zitten. Echte aandacht geven en om een bepaalde touch. Wat te doen om het vertrouwen van een kind te winnen? Wat te doen met de aandachtspanne van een kleuter? Wat voor soort vragen kunnen gesteld worden en welke juist niet? Hoe laat je kinderen uitrazen?
Ik werk vaak met jonge kinderen en waardeer die enorme puurheid van hen zo enorm. De antwoorden die zij naast woorden vanuit gedrag, lichaamstaal of vanuit bijvoorbeeld tekeningen kunnen geven zijn bewonderenswaardig.
De titel van deze blog, ik wou dat ik het zeggen kon, zou in deze dan ook beter omgevormd kunnen worden naar ik wou dat ik het horen en/of zien kon!
Door: Marieke Lips
ARTIKEL IN SAMENWERKING MET MARIEKE LIPS
Martine
4 april 2016 @ 14:43
Je schrijft over vragen die kinderen niet vooruit helpen, maar wat zijn dan vragen die wel kinderen helpen? Wat zijn de goede vragen om te stellen? Ik ben benieuwd!
Marieke Lips
4 april 2016 @ 17:58
Beste Martine, dank voor jouw bericht. Jonge kinderen kunnen bepaalde vragen niet zo gemakkelijk beantwoorden zoals wij. Of het moment is niet geschikt wanneer de vragen worden gesteld. Wanneer een vraag aan ons als volwassene wordt gesteld, kunnen wij, hoe direct of suggestief ook en ondanks dat we bijvoorbeeld soms moe zijn, wel gewoon antwoord geven of we geven dan aan dat we moe zijn en even geen zin hebben om te praten. Voor een jong kind is dit nog lastig om te doen. Gesprekjes met jonge kinderen kunnen niet ieder moment van de dag worden gevoerd, zij zijn de sociale codes rondom gespreksvoering nog aan het leren en gesprekjes duren vaak kort. Ze zijn lastig te voeren wanneer kinderen moe zijn of wanneer de vragen te direct worden gesteld. Een jong kind vertelt veelal niet uitgebreid hoe zijn of haar dag was wanneer dit zo wordt gesteld of wat het exact heeft gedaan of waarom het iets voelt en wat het dan voelt. Voor een jong kind is het daarbij ook nog eens lastig om gevoelens goed onder woorden te brengen omdat zij de betekenis achter de gevoelens nog niet goed begrijpen en deze nog moeten leren.
Het is belangrijk een geschikt moment te zoeken om een praatje te maken met een kind, dit niet geforceerd te doen als een kind bijvoorbeeld moe of overprikkeld lijkt, vragen te stellen die meer op kind niveau zitten en dit bijvoorbeeld veel meer spelenderwijs te doen dan puur vragen te stellen en vanuit daar te hopen dat er een heel verhaal komt.
Zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag: hoe was het op school?
Een kind zegt dan of bijvoorbeeld leuk of weinig…of gaat spelen…..en zal veelal niet uitgebreid gaan vertellen wat het allemaal heeft gedaan op school.
Als ouder kan men denken aan de vriendjes/vriendinnetjes met wie het kind speelt of die leuke juf/meester of knutselen wat het kind leuk vindt en vanuit daar een gesprekje aan gaan. Zoek die dingen op die het kind bezig houden en ga vanuit daar het gesprekje aan met het kind.
Wij hebben dit tijdens de trainingsdag, die ik in de blog omschrijf, bijvoorbeeld heel leuk spelenderwijs gedaan via een knuffelspel. Het kind kan bijvoorbeeld 1 van de knuffels zijn en de andere knuffels kunnen bijvoorbeeld de juf, vriendjes/vriendinnetjes zijn etc. Zo kan vanuit het niveau van het kind en spelenderwijs een gesprekje worden aangegaan, in plaats van in directe zin vragen op het kind af te vuren in de hoop de belevenis van het kind vervolgens te kunnen vernemen.
Maakt dit wat meer duidelijk voor jou?
Martine
6 april 2016 @ 17:33
Helemaal duidelijk zo! Bedankt voor je uitgebreide antwoord.
Marieke
8 april 2016 @ 21:13
Graag gedaan Martine.