Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen onderzocht Chats jongerenhulplijn ‘Awel’.
De problemen van kinderen en jongeren bij echtscheiding zijn geen individuele gezinsproblemen meer. Onderzoekers van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen analyseerden 145 chatgesprekken die ze kregen van de hulplijn Awel en pleiten voor meer betrokkenheid van al wie gescheiden gezinnen omringt.
‘Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik vier was. Nu ben ik 16 en ik heb nog altijd dezelfde verblijfsregeling. Ik zou in het weekend dingen willen doen met mijn vrienden en vriendinnen. Maar dat kan niet, want dan moet ik naar mijn moeder/vader.’
Het is een veelvoorkomende klacht van jongeren die bellen of chatten met de hulplijn Awel. 145 van die chatgesprekken werden geanonimiseerd doorgespeeld aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (HIG), dat ze analyseerde. Titel van hun rapport: ‘Awel, ik ben in de war door de scheiding van mijn ouders.’
Gemiddeld hebben kinderen na de scheiding van hun ouders een, twee of drie jaar nodig om een nieuw evenwicht te vinden, zeggen de onderzoekers. ‘Maar sommigen worstelen er veel langer mee’, aldus Kathleen Emmery van het HIG. ‘Het zijn stemmen die zelden gehoord worden, omdat voor ander onderzoek vaak de toestemming van beide ouders nodig is. Deze groep valt hier dan buiten.’
Vaak vragen jongeren aan Awel hoe ze iets met hun ouders kunnen bespreken zonder hen te kwetsen: dat ze een andere verblijfsregeling willen bijvoorbeeld, of eens een weekend níét naar hun vader of moeder willen. Emmery: ‘Ze willen ook niet dat hun klacht het conflict tussen hun ouders zou doen escaleren.’
Hoorrecht
Echtscheiding en kinderenGebruikmaken van het hoorrecht bij de rechtbank doen veel jongeren liever niet. Sommigen hebben ronduit slechte ervaringen: ‘Ik mocht mijn verhaal wel vertellen, maar toen zei de rechter dat het haar wel leuk leek om in twee gezinnen te wonen.’
Emmery: ‘Ze worden door de rechtbank gehoord, maar voelen zich daar niet altijd begrepen.’
Een andere bron van verwarring is het verlies aan contact met een of beide ouders, zegt onderzoekster Claire Wiewauters: ‘Als ze een ouder amper nog zien, kunnen kinderen het gevoel krijgen dat ze niets waard zijn. Ook de beschikbaarheid van ouders vermindert door de stress van de scheiding of doordat ouders meer moeten werken. “Die weet zelfs niet dat ik examens heb”, schreef een jongere. Dat kan tot psychische problemen leiden: ze voelen zich boos, verdrietig, depressief en sommigen gaan zichzelf verminken.’
Voetbal of tennis?
Therapeute Vanessa Maes, van het cgg De Passant in Vlaams-Brabant, is blij met het rapport van het HIG. ‘Er wordt meer gescheiden dan vroeger en veel mensen gaan nu ook lichter over de gevolgen. De kinderen zullen zich wel aanpassen, zegt men dan. De kinderen die dat niet zo vlot doen, worden zelden gehoord. Blij dat ze hier wel een stem krijgen.’
Kinderen een stem geven is belangrijk, zegt Maes, die binnen het cgg-project Alianza-therapie geeft aan kinderen en hun ouders. ‘Hun een stem geven betekent niet dat zij moeten kiezen. Kinderen willen meestal niet kiezen. Maar ze worden daar vaak toe gedwongen. We zien ouders die naar de rechtbank stappen met de vraag of hun kind nu naar de chiro of naar de scouts zal gaan. Naar het voetbal of naar de tennis? Papa weet zeker dat hun kind het liefst wil voetballen, zegt hij ons. En mama weet zeker dat het kind liever op tennisles gaat. Dat heeft hun zoon of dochter hun zo verteld.’
‘Tegen ons zegt de jongere: “Ze gaan zogezegd naar de rechter voor mij, maar het gaat helemaal niet om mij. Het gaat om hun eigen gelijk.”’
Ieder van ons
Maes hoedt zich ervoor om gescheiden ouders die in een langdurig conflict verzeild raken, met de vinger te wijzen: ‘Ik ben bang dat het ieder van ons kan overkomen. Er is geen enkele ouder die daar bewust voor kiest. Een scheiding zet ook volwassenen onder druk. Zij moeten ook geholpen worden.’
Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen is ervan overtuigd dat dit soort problemen geen individuele gezinsproblemen meer zijn. ‘Het is een gedeelde verantwoordelijkheid’, zegt Claire Wiewauters. ‘Ieder van ons moet het zich durven aan te trekken. Het kan de kinderen van je buren overkomen, of die van je zus, een goede vriendin, of je zoon of dochter. Hoed je er dan voor om partij te kiezen en het conflict te verergeren. Steun deze gezinnen en vestig hun aandacht op het perspectief van hun kinderen.’
Het HIG vraagt ook dat kinderen en jongeren zelf het initiatief zouden kunnen nemen tot bemiddeling: ‘Het is duidelijk dat ze behoefte hebben aan een vertrouwenspersoon buiten Justitie. Ook lotgenotencontact kan heilzaam zijn.’
Bron: De Standaard: 22 januari 2016 | Veerle Beel
Eric De Corte
22 januari 2016 @ 20:00
Een waardevol artikel over een betekenisvolle en verhelderende studie door het HIG. Maar: hoe kunnen kinderen/jongeren zelf het initiatief nemen tot bemiddeling? Een uitgewerkt voorstel zou welkom zijn.
Immers kinderen die vragen dat vader en moeder willen bemiddelen is een lovenswaardig idee. Maar er rijzen veel praktische vragen: aan wie vragen de kinderen dit dan (aan moeder en vader) of aan een instantie. Is het aan de kinderen om vader en moeder tot bemiddeling te brengen of zouden vader en moeder best niet zelf inzien dat een samen gemaakte overeenkomst de beste regeling is. Maar alle voorstellen zijn goed om vechtscheidingen te vermijden.