Gisteren zat ik bij Schiphol in de trein en hoorde vier jonge meiden met elkaar praten. Ze waren rond de veertien, vijftien jaar oud.
“Ik denk dat ik op zich wel naar Barcelona mag van mijn ouders”; zegt één van de meisjes.
Kennelijk hebben ze het er met elkaar over of ze samen wel of niet naar Barcelona mogen van hun ouders.
Dan zegt één van de vier ineens; “Als we gaan dan moet ik wel bij mijn moeder zijn en niet bij mijn vader.
De andere drie; “Hoezo dan?”
Het meisje; “Mijn vader verhuist in december naar Singapore.”
De andere twee reageren verbaasd.
“Gaat je vader verhuizen naar Singapore? Met je stiefmoeder? Voorgoed?
Het meisje; “Ja.”
Haar vriendinnen; “En ga je dan in de vakanties naar hem toe? Alleen?”
Het meisje; “Nee, mijn broertje gaat dan ook mee.”
“En je stiefzus dan, gaat die dan niet mee?”
“Nee, die kan niet mee vanwege haar studie.”
“En blijft je vader daar dan wonen?”
“Ja.”
In één groepsgesprek van vijf minuten, hoor ik hoe kinderen uit twee gezinnen het vanaf december a.s. zonder een ouder moeten doen.
Zij met haar broertje -zonder een vader- en haar stiefzus zonder haar moeder.
De versnippering van de basis van kinderen is hier aan de hand. En komt steeds vaker voor.
Ik noem ze: loszandgezinnen.
Voor deze kinderen is zo’n “buitenlandverhuizing” kennelijk een voldongen feit.
Waar ik als pubercoach benieuwd naar ben is hoe deze vader en (stief)moeder dit als ouder ervaren.
Dit meisje had nog niet met haar vriendinnen gedeeld (horende hun reactie) dat haar vader zo ver weg zou gaan wonen.
Het kwam ter sprake onderweg in de trein van Schiphol richting Weesp, Hilversum.
En vanuit de gezamenlijke wens om naar Barcelona te gaan.
Het leek alsof dit meisje dit voor het eerst uitsprak naar haar vriendinnen.
Eind oktober met nog één volle maand om aan het ‘idee’ te wennen?
Het idee om vanaf dat moment een vader te hebben die in nabijheid niet meer beschikbaar is.
En hoe is het als ouder om niet meer beschikbaar te zijn voor je kinderen omdat de afstand dit bepaalt? Terwijl kinderen een beschikbare ouder nodig hebben.