Bekvechten over therapie
Vaak hebben kinderen bij een (v)echtscheiding nood aan wat extra ondersteuning. Soms gaat het om meer dan gewoon een luisterend oor en is het aangewezen om een therapie op te starten. Maar dat is niet zo evident. Mag therapie worden gestart met een kind als één van de ouders daar niet mee akkoord gaat? Wie moet bij minderjarige kinderen precies toestemming geven? Kan het minderjarige kind zelf beslissen? Hebben ouders recht op informatie over hun kind op basis van hun ouderlijk gezag?
Het antwoord op die vragen hangt af van de maturiteit en de leeftijd van het minderjarige kind, net zoals dit bij een medische behandeling het geval is. In mijn vorige artikel ‘Bekvechten boven een ziekenhuisbed: rechtspositie van het minderjarige kind en zijn ouders’ legde ik dit al uit. Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen jonge kinderen en keuzebekwame (‘mature’) jongeren van wie men vermoedt dat ze in staat zijn om rationele beslissingen te nemen over een medische of psychologische behandeling.
Jonge kinderen
In een echtscheidingssituatie met jonge kinderen zal de psycholoog/psychiater er alles aan doen om de therapie te starten (of voort te zetten) met de toestemming van beide ouders. Vanuit therapeutisch oogpunt is dat belangrijk: : het kind zien zonder dat beide ouders daarmee akkoord gaan, kan het loyaliteitsconflict dat kinderen in scheidingssituaties vaak voelen, nog verergeren. Een behandeling die niet door beide ouders wordt ondersteund, is wellicht ook minder effectief: waar de ene ouder heil in ziet, kraakt de andere helemaal af.
Bovendien kan in dit geval ook de indruk ontstaan dat de psycholoog/psychiater zijn/haar neutraliteit verliest en slechts aandacht heeft voor één kant van het verhaal. Om dit te voorkomen en beide ouders over de streep te trekken is het soms noodzakelijk om via een bemiddelaar het vertrouwen van beide ouders te winnen.
Wat nu als deze bemiddeling faalt? Als één van de ouders pertinent blijft weigeren, dan kan de behandeling niet van start gaan of verdergezet worden. Maar dat betekent niet dat de psycholoog/psychiater niets meer kan doen. Er kan worden gezocht naar een andere vorm van hulpverlening die in het belang is van het kind en waarin beide ouders zich kunnen vinden.
Keuzebekwame jongeren
Zoals bij jongere kinderen is het aan te raden dat men, naast de toestemming van de keuzebekwame jongere, ook de toestemming van beide ouders tracht te krijgen. Op die manier voorkomt men eventuele latere (loyaliteits)conflicten tussen kind en ouder(s). Als één ouder (of beide ouders) geen toestemming geeft, kan de psycholoog/psychiater toch starten met de therapie als de jongere dat weloverwogen blijft wensen. Uiteraard gebeurt dit enkel als laatste optie en in het belang van de jongere.
Moeten ouders in dat geval geïnformeerd worden over de opstart en de voortgang van de therapie? De jongere kan dat zelf doen of de psycholoog/psychiater kan dat doen met toestemming en in bijzijn van de jongere. Maar als de jongere dat expliciet en gemotiveerd niet wenst, is het best dat de psycholoog/psychiater afziet van het informeren van de ouders om het vertrouwen van de jongere niet te schenden (beroepsgeheim).
Cf. ook:
Koen Korevaar, Van hulpverlener tot advocaat: deontologische vragen in echtscheidingssituaties (2013)
Kinderrechtswinkel, tZitemzo Jeugdrecht…met de rechten van minderjarige patiënten (2015)
Decreet rechtspositie van minderjarigen in de integrale jeugdhulp (2004)
Wet Patiëntenrecht (2002), art. 12 W.P.
Olivier Vanhaelen
3 mei 2016 @ 10:08
Als één van de ouders pertinent blijft weigeren voor bemiddeling, hoe kan je dan een hulpverleningsaanbod vinden waar BEIDE ouders zich in vinden?
Als de hulpverlener geen toestemming heeft van beide ouders, wie bepaalt dan wat in belang van het kind is?
Is een kind in echtscheiding wel “keuzebekwaam” als het in een loyauteitsconflict zit?
Schuiven we niet de verantwoordelijkheid af op de kinderen door net op hun te focussen?
Er is niets mis met kinderen op het ogenblik van de scheiding, maar er is iets mis met de ouders indien dit niet verloopt zoals het hoort. We mogen ons niet focussen op het het kind, maar op het conflict. Daar ligt de “oorzaak” van het probleem. Ex-partnerschap en blijvend-ouderschap mogen niet door elkaar lopen. Als één (of beide) ouders daar een probleem mee heeft, dan moet daar aan gewerkt worden. Ziekmakend ouderschap is waar we onze kinderen moeten tegen beschermen. Dat doen we door na te gaan of beide ouders de ouderlijke capaciteit hebben om gedeeld ouderschap aan te kunnen. Indien één van de ouders dat niet heeft is het in het belang van het kind om de verantwoordelijkheid te geven aan de ouder die dat wel kan. Vanuit dat signaal en het goede voorbeeld zal ook het probleem maatschappelijk vanzelf aangepakt worden. Dat is positief ouderschap!
Ziekmakend ouderschap is contra-intuïtief en de conventionele hulpverlening is contra-productief.
Voor een expert of sub-specialist die dagelijks in contact komt met de problematiek is dit “kinderspel”, en ziet of voorspelt de mijnen. Maar voor niet getrainde hulpverlener is dat idd een mijnenveld….
Monique
26 mei 2016 @ 15:44
Het is zo hard nodig dat kinderen bij een neutrale partij hun daadwerkelijke gevoelens mogen tonen en benoemen. Bij een loyaliteitsconflict spreekt het kind niet meer zijn/haar authentieke stem en gevoel maar spreekt het kind dat wat de verstotende ouder projecteert en ventileert via het kind. De boosheid en wraak die de verstotende ouder voelt lijkt het kind zelfstandig te voelen maar dit is projectie. Het kind is bang om eigen gevoelens te voelen zoals het missen van de andere ooit geliefde ouder. Het kind krijgt daar géén toestemming voor van de verstotende ouder. Het kind zit totaal klem en heeft vaak geen vertrouwen meer ook niet in hulpverleners. Hoe kan het kind immers iemand vertrouwen wanneer het kind geleerd wordt dat zijn/haar eigen niet verzorgende ouder niet te vertrouwen is? En als het kind niet zijn/haar eigen gevoelens mag vertrouwen? Dit is een ernstige vorm van kindermishandeling met alle schadelijke gevolgen voor het kind. Wat nodig is zijn specialisten op het gebied van loyaliteitsconflict en ouderverstoting die de kinderen kunnen helpen om onder de enorme druk uit te gaan komen.